Fietsende moeders wijzen de weg naar meer verkeersveiligheid

06/08/2024 - Algemeen

Ouders spelen een cruciale rol in de keuze van het vervoermiddel en de route naar school. Ze zijn ook de sleutelfiguren bij het aanleren van fiets- en verkeersvaardigheden. Het veiligheidsgevoel van ouders is dus doorslaggevend voor de manier waarop kinderen zich verplaatsen. Met die wetenschap ging Mobiel21 op onderzoek. ‘Vrouwen in het zadel’  gaat op zoek naar oplossingen voor meer verkeersveiligheid onderweg naar school. 

Niet alleen de stadsmonitor voor Leuven en enquêtes van de Brusselse organisatie Pro Velo tonen aan dat vrouwen een groter onveiligheidsgevoel ervaren tijdens het fietsen dan mannen, ook de resultaten van Vias bevestigen dit patroon. Moeders die zich met hun kinderen een weg banen door het drukke stadsverkeer, getuigen dat het zenuwslopend is en een aanzienlijke mentale en fysieke inspanning vergt. Je zou voor minder je fiets laten staan. 

Om het veiligheidsgevoel van fietsende mama’s te onderzoeken, volgde Mobiel 21 achttien vrouwen terwijl ze ‘s ochtends met hun kinderen naar school fietsten. Eén voor één gemotiveerde fietsers die ook voor andere verplaatsingen gewoonlijk de fiets kiezen. Op vijf vaste contactpunten (het vertrek thuis, fietsen in eigen straat, een kruispunt of rotonde, fietsen in de straat van de school en het aankomen op school) beoordelen de deelneemsters hun veiligheidsgevoel door een score op een schaal van 0 tot 5 te geven. Deze scores vormden, samen met de observaties en de beleving van de mama’s, de basis voor een diepte-interview dat meteen na de verplaatsing volgde.

De scores ontleed

Het wordt snel duidelijk: het vertrek thuis krijgt de hoogste score, maar het veiligheidsgevoel hangt sterk af van de inrichting van de eigen straat. De belangrijkste bron van onveiligheid blijken specifieke knelpunten onderweg te zijn. Kruispunten oversteken is de grootste uitdaging. Eén gevaarlijk punt onderweg is voldoende om kinderen niet alleen naar school te laten fietsen en kan bepalend zijn voor het onveiligheidsgevoel van de hele route. Een aantal deelneemsters laat hun kinderen alleen verder fietsen, eens ze dat punt zijn gepasseerd.

De schoolomgeving wordt vaak als chaotisch genoemd, maar de afwezigheid van autoverkeer en een groot aantal fietsers en voetgangers zorgen er wel voor dat een schoolomgeving doorgaans als veilig wordt beschouwd. Net als het vertrekpunt thuis is de inrichting van de schoolomgeving een belangrijke factor voor het veiligheidsgevoel.

De rol van kinderen op het veiligheidsgevoel

De meerderheid van de deelneemsters voelt zich onveiliger op de fiets als er kinderen bij zijn. Fietsen met kinderen betekent niet alleen rekening houden met de onvoorspelbaarheid van het verkeer, maar ook die van het kind. Je moet hyperalert zijn, hetgeen vermoeiend en stressvol kan zijn. Opvallend is dat de invloed van kinderen op het onveiligheidsgevoel vooral wordt aangehaald in onveilige situaties. Wanneer situaties of plaatsen als veilig worden ervaren, is er weinig verschil wanneer ze er alleen of mét kinderen fietsen.

De fietsende moeders hanteren een grote verscheidenheid in rijstijl. Sommige deelneemsters fietsen assertief, ook met kinderen, om hun plaats op de weg te ‘claimen’. Anderen stellen zich eerder terughoudend op. Bepaalde handelingen in het verkeer stellen ze heel bewust, omdat ze hun kinderen het juiste gedrag willen aanleren. 

Fietsen is leren

De meerderheid van de deelneemsters spreekt de ambitie uit dat ze hun kinderen zelfstandig willen maken in het verkeer. Eenduidige verkeersregels met duidelijke weginfrastructuur en signalisatie zijn hierbij essentieel. Weten hoe je je op een bepaalde plek moet gedragen als fietser geeft een veiliger gevoel en maakt het makkelijker om kinderen instructies te geven.

Wanneer andere weggebruikers de verkeersregels niet respecteren, zorgt dat voor verwarring bij kinderen. Hetzelfde geldt voor autobestuurders die hoffelijk willen zijn en hun voorrang van rechts afstaan. De onvoorspelbaarheid van hoe andere weggebruikers zich gedragen, maakt het geven van goede instructies een lastige opgave.

Moeders vinden het ook belangrijk om hun eigen stress of onveiligheidsgevoel niet over te dragen, bijvoorbeeld bij druk verkeer of een bijna-ongeval. Deelneemsters die hun kinderen met de bakfiets of longtail naar school brengen, krijgen wel eens stress bij het vooruitzicht dat hun kinderen ooit zelfstandig zullen fietsen.

De meeste mama’s geven aan dat ze hun kinderen vertrouwen willen geven in het verkeer. Belangrijk hierbij is om kinderen ervaring op te laten doen in het verkeer, in eerste instantie met de ouders erbij. Zo worden schoolroutes buiten de schooluren geoefend, wanneer het minder druk is.

Uiteraard heeft ook de infrastructuur en de weginrichting een belangrijke invloed op het veiligheidsgevoel en het vertrouwen om kinderen alleen te laten fietsen. Plaatsen waar veel tegelijk gebeurt, vergroten het onveiligheidsgevoel. Ook de snelheid van gemotoriseerd verkeer en de aanwezigheid van zwaar verkeer spelen een rol.

Het gedrag van andere weggebruikers

Het gedrag van autobestuurders tijdens de ochtendspits wordt vaak aangehaald als bron van een gevoel van onveiligheid: rakelings voorbijsteken, ook in fietsstraten, niet stoppen bij oversteekplaatsen of geen voorrang verlenen, verbale agressie ... De deelneemsters roepen andere weggebruikers, ook fietsers, op om geduldiger te zijn en hun gedrag af te stemmen op kinderen die nog volop aan het leren zijn. 

Beleidsaanbevelingen van het onderzoek

Mobiel 21 formuleert een aantal beleidsaanbevelingen op basis van de resultaten. Vrijliggende of afgescheiden fietspaden hebben een grote positieve impact op het veiligheidsgevoel. Ook conflictvrije kruispunten en oversteekplaatsen en duidelijke regelgeving en infrastructuur verbeteren aanzienlijk het veiligheidsgevoel op deze knelpunten. 

Wanneer je niet kan ingrijpen op de nabijheid van gemotoriseerd verkeer ten aanzien van fietsers, verlagen autoluwe straten het risico op conflicten. Verkeerscirculatieplannen en verkeersfilters zijn hier doeltreffende maatregelen. Ook pleiten de onderzoekers voor het verlagen van de snelheid van gemotoriseerd verkeer tot 30 km/u en het vermijden van zwaar verkeer daar waar veel fietsverkeer is.

Eenduidige regelgeving en duidelijke signalisatie zijn belangrijke vragen van de deelneemsters aan het onderzoek. Niet alleen in de context van het geven van instructies aan kinderen, maar ook in het algemeen, vragen de deelneemsters meer duidelijkheid op de weg en in het verkeer. 

Om het onbegrip en ongeduld van andere weggebruikers ten opzichte van beginnende fietsertjes aan te pakken pleit Mobiel 21 tenslotte voor gedragscampagnes die het begrip vergroten bij alle weggebruikers. De overtuiging om samen met kinderen te fietsen verdient een meer positieve bekrachtiging en beloning, in plaats van stigmatisering of kritiek.

 

Dit onderzoek werd gefinancierd door het All for Zero initiatief van de Belgische minister van Mobiliteit en Vias.

Dit is een beknopte samenvatting van het onderzoek door Mobiel21. Het volledige onderzoek en de beleidsaanbevelingen lezen? Surf naar www.mobiel21.be en vind het onderzoek terug onder ‘inzichten en praktijkverhalen’.