Te voet, fiets, Verkeersveiligheid - Terugblik op het Brussels politiek debat
Bijna de helft van de Brusselaars verplaatst zich hoofdzakelijk te voet of met de fiets/step. Het aantal fietsers neemt jaarlijks toe. Hoe spelen de verschillende politieke partijen hierop in? Welke maatregelen voor voetgangers, fietsers en verkeersveiligheid worden voorgesteld?
Aan de vooravond van de Brusselse regionale verkiezingen op zondag 9 juni organiseerden de Fietsersbond, GRACQ, Walk en Heroes for Zero twee debatten op 22 en 23 mei met de vertegenwoordigers van de belangrijkste politieke partijen.
Kritiek op Good Move en stad 30 aan Franstalige kant
Heel wat Franstalige politieke partijen profileerden zich tijdens de verkiezingscampagne op mobiliteit. Kritiek op het mobiliteitsplan Good Move was schering en inslag. Dat werd tijdens het debat eens te meer duidelijk.
PS en vooral MR stellen consequent stad 30 in vraag. Grote assen met twee rijbanen kunnen prima terug naar een hoger snelheidsregime, zo betogen ze. Alle partijen met uitzondering van Ecolo maken kritische kanttekeningen bij de circulatieplannen en de autoluwe wijken.
De Franstalige politieke partijen zijn het dan weer wel eens over het belang van verkeersveiligheid en de nood aan meer investeringen in fietsinfrastructuur en voetpaden. Hoe dat in de praktijk moet gebeuren, dat blijft erg onduidelijkheid. Maar het is alvast een basis om na de verkiezingen op verder te bouwen.
De GRACQ bundelde de opmerkelijkste uitspraken van de kandidaten die deelnamen aan het debat. Moderator Fabrice Grosfilley van BX1 schreef na afloop deze edito.
Nederlandstalige partijen maken zich zorgen over de financiën
De toon van het debat bij de Nederlandstalige politieke partijen was anders. Opmerkelijk is de grote eensgezindheid over waar Brussel op het vlak van mobiliteit naartoe moet. De grootste verschillen liggen in hoe dat dan precies moet gebeuren.
Een grote uitdaging zijn de beschikbare financiële middelen. Een punt dat bij de start van het debat gemaakt werd. Het Brussels Gewest staat voor grote financiële uitdagingen. Net daarom moeten we in de fiets investeren, zo meent Elke Van den Brandt (Groen). Het is een kostenefficiënte manier om mobiliteit te verbeteren. Ook Anton Schuurmans (cd&v) stelt dat we niet mogen besparen op fietsinfrastructuur. Hij maakt de koppeling naar Vlaanderen, het Vlaams gewest investeerde de afgelopen jaren 440 miljoen in fietspaden richting Brussel.
Er is grote eensgezindheid dat Brussel efficiënter georganiseerd moet worden. Het is al langer een strijdpunt van Pascal Smet een Vooruit die vorige verkiezingen daarom opkwamen als One.Brussels. “We zijn het allemaal eens dat de politiezones moeten fusioneren” klinkt het onder andere, deze keer bij Elke Van den Brandt.
En als het over financiën gaat dan is Metro 3 nooit ver weg. Jan Busselen (PVDA) is een grote pleitbezorger van meer openbaar vervoer, maar uit kritiek op het privéconsortium dat de werken aan Metro 3 in handen heeft. Een onafhankelijke audit en een grotere rol van de overheid lijkt hem aan de orde. Ook bij cd&v klinkt kritiek op het metro 3 project, het stopzetten mag volgens de partij geen taboe zijn. Er is nood aan een kosten-batenanalyse. Vooruit, Open VLD, N-VA en zelfs Groen blijven achter de Metro staan. Al erkennen ze allen de grote financiële uitdagingen.
Er is nood aan meer transparantie opdat er duidelijk zicht is op wat er achter de schermen gebeurt, zo stelt Cieltje Van Achter (N-VA). Pascal Smet (Vooruit) is uitgesproken optimistisch en stelt dat het Gewest op lange termijn moet plannen, de kosten op een periode van 50 jaar kan afschrijven. Hij is erg ambitieus en stelt voor om na te denken over een connectie tussen het West-Station en Groot-Bijgaarden, alsook een verbinding met de luchthaven van Zaventem.
Gedragenheid van een (controversieel) mobiliteitsbeleid
Er was in Brussel de afgelopen jaren bijna niets zo controversieel als de lokale circulatieplannen, de autoluwe wijken. Quentin van den Hove (Open Vld), Cieltje Van Achter (N-VA) en Anton Schuurmans (cd&v) mochten het aan de lijve ondervinden tijdens de woelige Schaarbeekse gemeenteraden. “Wil je mensen motiveren voor politiek engagement dan moet je hen nooit meenemen naar de gemeenteraad van Schaarbeek” zo stelt Cieltje Van Achter scherp. Iets waar we niet aan mogen toegeven, want zo stelt Anton Schuurmans (cd&v) “als iedereen die gedegouteerd is eruit stapt, dan blijven enkel de degoutanten over.” Quentin van den Hove (Open Vld) stelt vast dat het op de gemeenteraden vaak dezelfde 50 personen waren die tumult maakten. Ze werden hierin door sommige Franstalige oppositiepartijen aangemoedigd, er werd olie op het vuur gegooid. Burgerparticipatie is belangrijk maar er is nood aan een betere kwaliteitscontrole op de interpellaties.
Pascal Smet (Vooruit) is scherp, hij vindt dat er ‘iets geknakt’ is de afgelopen jaren. Hij maakt zich zorgen. In 2019 bij de invoering van het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move was zelf MR voorstander. Echter, zo stelt hij, wat oorspronkelijk een plan was voor levenskwaliteit, is gereduceerd tot circulatieplannen. In de hoofden van Brusselaars zelfs tot een anti-autoplan. We mogen niet onderschatten hoe voor velen de auto een verlengstuk is van hun living. Het zal veel tijd kosten om de komende twee - drie jaar het vertrouwen te herstellen, zo concludeert hij.
Jan Busselen (PVDA) stelt dat heel wat Brusselaars echt die auto nodig hebben. We moeten naar iedereen luisteren, met alle Brusselaars rekening houden. Er is al erg veel druk op de werkende mensen. Jan Busselen bekritiseert de studiebureaus die het voorbereidend werk deden voor de circulatieplannen. Hij lanceert het voorstel om meer middelen te geven aan de administraties om zelf de consultaties in handen te nemen. Een positieve noot horen we als het gaat voer Good Move in de Vijfhoek, waar er wel voldoende middelen voor waren.
Cieltje Van Achter (N-VA) herinnert ons eraan dat haar partij bij de invoering van Good Move één van de weinigen was die ertegen stemde. Nog steeds betreurt ze het feit dat er te weinig werk wordt gemaakt van de doorstroming van gemotoriseerd verkeer op de hoofdassen. Vandaag heeft ze vooral kritiek op de uitvoer van de Good Move circulatieplannen. Dan gaat het in bijzonder het over het gebrek aan transparantie, wat zit er achter de positieve cijfers die men communiceert? Maar eveneens, lag er teveel nadruk op het wegnemen van de autodruk. Iets wat nodeloos polariserend werkt. Tot slot, ziet ze ook de positieve kanten zoals de nieuwe fietspaden op de Azalealaan in Schaarbeek waarvan ze zelf gebruik maakt.
Ook Quentin van den Hove (Open Vld) stelt vast dat we in het verhaal van duurzame mobiliteit heel wat mensen zijn kwijtgespeeld. We moeten energie investeren om hen terug te winnen. Zoals het een liberaal betaamt, breekt hij een lans voor de middenstand, wiens noden we zeker niet mogen vergeten. Om autodruk te verminderen ziet hij heil in de technologie van het autodelen.
Elke Van den Brandt (Groen) somt als eindverantwoordelijke voor het mobiliteitsbeleid en de uitvoer van Good Move de afgelopen legislatuur de positieve gevolgen op: minder geluidsoverlast, openbaar vervoer dat sneller op de bestemming raakt, horeca in de Vijfhoek die het goed doet en toename van verkeersveiligheid. Ze waarschuwt ons, een circulatieplan is geen exacte wiskunde. Er zal altijd nood zijn aan een proeffase en overleg. We moeten lessen trekken, dat wel. Maar tegelijkertijd betreurt ze dat er karikaturen worden gemaakt. “Weet je hoeveel betonblokken er in Schaarbeek gebruikt zijn? 0!” Elke Van den Brandt stelt ons gerust, de polarisatie in Brussel is niet uniek. Dat zien we ook in andere steden waar circulatieplannen werden ingevoerd. We moeten hierdoor, lijkt ze te impliceren.
Ook Anton Schuurmans (cd&v) werpt zich op als voorstander van de autoluwe wijken. Hij wil niet toegeven op een belangrijk basisprincipe: het aanpakken van doorgaand verkeer. Dat moet voor hem het startpunt zijn van ieder circulatieplan, anders heeft het geen zin. Het kan niet de bedoeling zijn dat Schaarbeek de op- en afrit is van de A12.
Voetgangers en auto’s versus auto(parkeerplaatsen)
Een grote uitdaging in Brussel is het gebrek aan fietsinfrastructuur en voetpaden van goede kwaliteit. Ze zijn een rem op het wandelen en het gebruik van de fiets. Willen we meer plek voor voetgangers en fietsers, dan kan dat enkel als de openbare ruimte herverdeeld wordt. Zo stellen Fietsersbond, GRACQ, Heroes for Zero en WALK als organisatoren van het debat.
De olifant in de kamer is de dominante plek van de auto in de Brusselse straten. De verschillende deelnemers aan het debat tonen zich constructief in het zoeken naar oplossingen. Jan Busselen (PVDA) stelt vast dat er heel wat parkings in privéhanden zijn en beter gebruikt moeten worden. Quentin van den Hove (Open Vld) ziet heil in duurdere bewonerskaarten en Smart Move. Cieltje Van Achter (N-VA) roept op voor een eengemaakt parkeerbeleid. Ze bekritiseert het gewestelijk agentschap Parking.Brussels, zij hebben buurtparkeren onvoldoende serieus genomen.
Anton Schuurmans (cd&v) en Elke Van den Brandt (Groen) stellen beiden vast dat er ondanks alles heel wat vergunningen klaar liggen maar dat het erg lang duurt om ze te realiseren. Maar investeren in fietsinfrastructuur loont wel degelijk. Zo getuigt het fietspad op de kleine ring dat er dankzij Pascal Smet (Vooruit) kwam.
Allen voor meer verkeersveiligheid
Het Brussels Gewest heeft Vision Zero voor 2030 als doel gesteld, nul doden en ernstig gewonden over 5,5 jaar. Hoewel er een positieve evolutie is, is de hoofdstad er nog lang niet. Is dit een realistisch doel is en wat moet er gebeuren om dit te bereiken?
Elke Van den Brandt (Groen) antwoordt volmondig “Ja! We hebben ons hiertoe geëngageerd, uitstellen is geen optie”. Alle deelnemers aan het debat zijn overtuigd dat verkeersveiligheid een prioriteit moet zijn. Cieltje Van Achter (N-VA) stelt dat het rijbewijs op punten een must is. Dit is federale materie maar ook het gewest kan actie ondernemen door bijvoorbeeld meer te controleren op te snel rijden. Quentin van den Hove (Open Vld) doet een concreet voorstel: er hangen heel wat camera’s in Brussel, laat ze trajectcontroles uitvoeren. Anton Schuurmans (cd&v) ziet dan weer een oplossing bij het uit handen nemen van taken bij de politie zodat ze zich op zwaardere (verkeers)criminaliteit kunnen richten. Pascal Smet (Vooruit) ziet tot slot een sleutel liggen bij het inschakelen van de mama’s, zij kunnen binnen hun families en gemeenschappen een belangrijke sensibiliserende rol spelen.
Eén ding is duidelijk, het zal een én én én verhaal worden. De recepten zijn gekend maar we moeten nog meer doen dan vandaag. Elke Van den Brandt ziet alvast een verbindende factor, de verkeersveiligheid van kinderen. Het recht van ieder kind om zich veilig naar school te begeven, daar staan we allen achter, toch?
We helpen beleidsmakers graag op weg, op zaterdag 1 juni, de internationale dag van de rechten van het kind, publiceerde de Fietsersbond, Heroes for Zero, WALK, GRACQ samen met een breder coalitie van organisaties en experten een Brussels manifest voor een stad op kindermaat.
Dit manifest is een aanvulling op het