Technologiepark Zwijnaarde mikt op 60 % duurzame verplaatsingen
Zestig procent van de bezoekers aan het Technologiepark Zwijnaarde komt met de fiets of het openbaar vervoer. Dat komt enerzijds door hun profiel: studenten en onderzoekers die geen wagen (nodig) hebben. Maar ook omdat de betrokken beleidsmedewerkers kiezen voor duurzame mobiliteit. Kan Technologiepark Zwijnaarde een inspiratiebron zijn voor andere bedrijvenparken?
Het Technologiepark Zwijnaarde heeft een oppervlakte van 52 hectare en bestaat uit een campus en wetenschapspark. Beide zijn eigendom van de Universiteit Gent. Je kent de campus of het park mogelijk ook onder de naam Ardoyen. De campus huist tal van onderzoekscentra, waaronder het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB).
In het wetenschapspark bevinden zich naast gebouwen van de Universiteit Gent met als voorlopige blinkvanger de energiezuinige iGent-toren ook bedrijven die zich bezighouden met technologie en ontwikkeling. Klinkende R&D-namen zoals het BASF Innovation Center en biotechbedrijf Ablynx behoren tot de bewoners van het park. Ook multinational Daikin wil er binnenkort een groot onderzoekscentrum openen. Het technologiepark positioneert zich vandaag rond de tiende plek in de ranglijst van Europese Science Parks. Samen met het nabijgelegen bedrijventerrein Tech Lane Ghent is dat zelfs rond de derde plaats.
Ook de stad Gent is een partner van het technologiepark. In het ruimtelijk uitvoeringsplan lezen we dat het stadsbestuur de volledige zone zo goed mogelijk wil inrichten tot een hoogwaardige werk- en studeerplek: "De samenwerking tussen onderwijs en onderzoek vormt de kern van het wetenschapspark."
560 fietsers per uur
De Universiteit Gent besliste daarom eerst de infrastructuur aan te pakken, om daarna pas voluit te groeien. Jeroen Vanden Berghe: "Er werken en studeren nu ongeveer vierduizend mensen in het park, over tien jaar zullen dat er naar schatting elfduizend zijn. Dat is gerekend zonder de passanten die het park als doorsteek gebruiken." Vanden Berghe heeft lof voor de aanpak waarbij alle betrokkenen van in het begin geraadpleegd werden. "De universiteit zat samen met het buurtcomité Overlegplatform Zwijnaarde. Zij bezorgden ons waardevolle input en trokken het Gentse stadsbestuur mee in het bad."
Het sleutelmoment was volgens Vanden Berghe een vergadering op 2 december 2019. "Daar hebben de stad, het buurtcomité en de Universiteit Gent alle neuzen in dezelfde richting gezet. In januari 2020 stelden we de plannen voor aan de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters. Zij reageerde positief en maakte de nodige fondsen voor het plan vrij."
Wat de neuzen in dezelfde richting kreeg? Vanden Berghe: "Alle partijen waren het erover eens dat de mobiliteit naar en op het park verduurzaamd moest worden. We hadden een duidelijke visie: meer verplaatsingen met de fiets en het openbaar vervoer, en minder met de wagen. We namen daarvoor een paar opmerkelijke beslissingen. Het aantal parkeerplaatsen in het park wordt niet alleen geplafonneerd, de geparkeerde wagens verdwijnen ook ondergronds of in de parkeergarage die momenteel in aanbouw is."
Het plan mikt op een modal shift, de verdeling van de verplaatsingen, waarbij nog slechts veertig procent van het verkeer uit wagens bestaat. Dat is ambitieus, zeker voor een terrein buiten het centrum. "Toch is de ambitie zeker niet uit de lucht gegrepen. Uit onderzoek van de Universiteit Gent blijkt dat de verplaatsingen met de wagen naar het park tussen 2008 en 2018 van 73 naar 37 procent zijn gedaald."
Nieuwe fietsbrug en fietstunnel
Professor Koen De Bosschere, vakgroepvoorzitter van de faculteit Ingenieurswetenschappen, is de trekker van de infrastructuurplannen. Hij had van in het begin duidelijke ideeën over de ontsluiting. "Ik zie een tramlijn tot op de campus rijden, en een fietsbrug die fietsers over de Ringvaart en de E40 tot in de campus brengt. De bouw van de fietsbrug is intussen al goedgekeurd. De brug krijgt waarschijnlijk de naam Magnelbrug, naar de Gentse universiteitsprofessor die expert was in voorgespannen beton, het materiaal waarvan veel bruggen worden gemaakt."
Het Agentschap van Wegen en Verkeer heeft, naast de openbare bevraging in het kader van het ruimtelijk uitvoeringsplan, een studie besteld voor de site. Niet alleen de brug komt daarin aan bod. Er zijn ook plannen voor een fietstunnel die vooral gebruikt zal worden door leerlingen van het Don Boscocollege en fietsers die verderop aansluiting vinden met de fietssnelweg F7.
Vanaf 1 januari 2022 verzorgt vervoermaatschappij De Lijn ook een directe busverbinding met de campus. "De fietsbrug en de bus op de campus zijn visuele triggers die de goesting in duurzame verplaatsingen zullen aanwakkeren", gelooft professor De Bosschere, die ook hoopt dat de bus op termijn zal 'vertrammen'. "Amper vierhonderd meter ten oosten van het technologiepark ligt er een tramhalte, maar dat vinden de meeste mensen te ver. De halte wordt daardoor amper gebruikt. Ik droom van een tramlijn tot op de campus. Dat zou de capaciteit van het openbaar vervoer gevoelig verhogen."
Bedrijven ondersteunen duurzame mobiliteit
De bedrijven in het technologiepark steunen het streven naar meer duurzame mobiliteit. "We juichen alle initiatieven die de mobiliteit op de campus verduurzamen toe", zegt Wim Goemaere, operationeel directeur van het Vlaams Instituut van Biotechnologie (VIB) en voorzitter van de vzw Ardoyen, de organisatie die de bedrijven op de campus vertegenwoordigt. "We staan voor de volle honderd procent achter ingrepen die onze werknemers verleiden om naar de fiets en of het openbaar vervoer over te stappen. Ook voor korte verplaatsingen tijdens de werkuren moet de fiets een optie zijn. De nieuwe parkeertoren die deze zomer opent, wordt daarom voorzien van een groot aantal deelfietsen. We willen ook een veiligere en beter georganiseerde fietslink met het centrum. We duwen daarom hard mee om de daarvoor nodige infrastructuurprojecten gerealiseerd te krijgen."
Ook de individuele bedrijven doen volgens Goemaere grote inspanningen. "Fietsparkings worden uitgebreid, sanitaire voorzieningen moeten het comfort van de fietser verhogen en fietsleasing is een groot succes. De vzw Ardoyen diende in het verleden al een reeks subsidiedossiers in voor projecten die het voor de fietsers aangenamer maken. We organiseren ook elk jaar de Mobi-week, een week waarin aandacht wordt besteed aan alternatieve mobiliteit. Werknemers krijgen dan ook de kans om nieuwe types van fietsen uit te proberen. En er komen nieuwe plannen aan. Zo denken we momenteel na over een project om veilig fietsen met e-bikes te promoten."
Rol van stad en gewest
Wat is de rol van de andere overheden? Filip Van de Velde coördineert het project voor de Stad Gent. "Er zijn veel partners waar we rekening mee moeten houden, maar ze kiezen allemaal voor een duurzame ontwikkeling. We bekijken daarom de mobiliteit, maar ook andere zaken zoals ontharding. De stad Gent biedt via het project SPITS ook een team van mobiliteitsexperten aan die werkgevers helpt om een intern mobiliteitsbeleid uit te werken."
Het Vlaams Gewest is wat voorzichtiger in haar uitspraken. Hoewel er zeven miljoen euro is toegezegd voor het fietstraject Noord-Oost, blijft de communicatieverantwoordelijke van het Agentschap Wegen en Verkeer, Jef Schoenmaekers, wat op de vlakte. "Het Agentschap Wegen en Verkeer heeft een studie besteld. De timing en de aard van de werken is nog niet duidelijk. Er is beslist om de fietsverbinding tussen het station en de campus te verbeteren, maar de komst van de fietsbrug is nog niet zeker. Tegen het einde van dit jaar zou er meer duidelijkheid over het tracé moeten zijn." Een opmerkelijke uitspraak, omdat andere betrokkenen er intussen zeker van lijken te zijn dat de fietsbrug en -tunnel er komen.
Duurzame mobiliteitsplannen verplichten?
Kan de manier waarop over de mobiliteit in en rond Technologiepark Zwijnaarde wordt gedacht en gehandeld een inspiratiebron zijn voor andere gelijkaardige bedrijventerreinen? Het is in ieder geval mooi om te zien dat alle belanghebbenden resoluut kiezen voor de fiets en het openbaar vervoer. De betrokken partijen werken bovendien op een voorbeeldige manier samen: de Universiteit Gent als initiator, de stad als coördinator en het gewest als facilitator.
De vraag is of zo’n model ook toegepast kan worden op andere sites en bedrijvenparken. Daar ontbreekt mogelijk een partij die de lont in het kruitvat steekt, zoals de Universiteit Gent voor het Technologiepark Zwijnaarde heeft gedaan. En misschien zou het goed zijn om voor andere parken de rollen om te draaien: het Vlaams Gewest als initiator en de lokale overheden als coördinator.
In het Technologiepark Zwijnaarde werd veel bereikt door de goodwill en het doorzettingsvermogen van één speler. Misschien moeten we naar een systeem waarbij grote bedrijvenparken verplicht worden om hun mobiliteitsplannen concreet en duurzaam te maken. Dan kunnen we die broodnodige stap zetten om de mobiliteit in Vlaanderen echt duurzaam te maken en de ambities van de modal shift ook echt te verwezenlijken.