Aantal fietsdoden niet gedaald in 2017.
Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Brugge op woensdag schreef Stef Leroy namens de Fietsersbond dit opniestuk.
Het werd vandaag in de Standaard gepubliceerd.
De krant kan deze kop al klaarzetten voor een bericht ergens in februari 2018, voorspelt Stef Leroy.
De dood van het jonge fietsertje aan een schoolpoort in Brugge is geen ongeval. Over een ongeval spreek je als onvoorzienbare omstandigheden samenvallen. Daarover gaat het hier duidelijk niet. Het gebeuren werd geprogrammeerd. Het is aan juristen om uit te maken waarover het wel gaat. Doodslag of grove nalatigheid willen we dan nog even buiten beschouwing laten.
Een vrachtwagenchauffeur die stilstaat voor een zebrapad of een fietsoversteek kan een kind onmogelijk zien als het net voor zijn cabine de weg oversteekt. Dat is niet de schuld van het kind. Dat is niet de schuld van die chauffeur. De schuld ligt bij de constructeur die vrachtwagens bouwt van waaruit je voetgangers en fietsers niet kunt zien, bij wegbeheerders die toelaten dat een vrachtwagen net voor een zebrapad halt houdt, bij beleidsverantwoordelijken die vrachtwagens en schoolkinderen op hetzelfde tijdstip de weg opsturen in stads- en dorpscentra.
Wij voorspelden met 99,9 procent zekerheid dat ongevallen zoals aan deze schoolpoort zich zouden voordoen. Toekomstvoorspellers wier profetieën bewaarheid worden, kloppen zich doorgaans op de borst. De Fietsersbond doet dat zeker niet. De situatie is te pijnlijk.
De weg waar deze tragedie zich voordeed, wordt beheerd door het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid (AWV). Voor de duidelijkheid, AWV beheert de rijweg voor auto’s, niet het voetpad. AWV laat toe dat personenwagens en vrachtwagens zonder enige belemmering over een zebrapad voor een schoolpoort kunnen rijden. Een fietsoversteek is er niet. Het voetpad daarentegen wordt beheerd door de stad Brugge. De stad heeft met hekken duidelijk proberen te maken dat kinderen niet blindelings de weg mogen oversteken. Over coördinatie en logica bij zulke situaties hebben we het later wel eens.
Te weinig plaats
Het is allemaal des te pijnlijker omdat we op de dag voor het zogenaamde ongeval een noodkreet de wereld in zonden. Meer dan 7.000 fietsende Belgen vinden dat ze te weinig plaats krijgen, dat het gemotoriseerde verkeer hen bedreigt, dat de fietsinfrastructuur niet deugt, dat het verkeersreglement met hen geen rekening houdt, dat ze zich onveilig voelen en dat ze vooral schrik hebben om kinderen met de fiets de weg op te sturen.
Maar het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, ondertussen een private onderneming geworden, schudde wel dé oplossing voor meer fietsveiligheid uit zijn mouw: verplicht alle fietsers tot veertien jaar een helm te dragen. Op die manier leg je opnieuw de verantwoordelijkheid bij het slachtoffer en leg je je neer bij het feit dat onze wegen nu eenmaal gevaarlijk zijn. Dit is onaanvaardbaar. Het BIVV zou al zijn tijd en energie moeten wijden aan het voorkomen van ongevallen. Door hard te pleiten voor een leesbare infrastructuur die duidelijk maakt dat er ook fietsers op pad zijn. Door onveilige voertuigen uit het straatbeeld te weren.
Of het jongetje in Brugge een helm droeg weten we niet. We hoeven het ook niet te weten. Dat heeft zijn lot niet bepaald. Dat lag in de handen van de schikgodinnen die we hierboven noemden. De ouders dragen evenmin de schuld van wat hun zoontje is overkomen. Kinderen met de fiets naar school sturen is de logica zelf. Hopelijk haalt niemand het in zijn hoofd om het ‘blaming the victim’-principe hier toe te passen.