De elektrische fiets gaat vooruit. De wetgeving graag ook!
Elektrische fietsen zijn aan een gestage opmars bezig. Toch is het niet altijd duidelijk aan welke wettelijke normen gewone elektrische fietsen moeten voldoen. Daarom een overzicht van het huidige en mogelijke toekomstige wetgevende kader:
Het wettelijk kader vandaag
Onze huidige wetgeving (artikel 2.15.1 van de Wegcode) bepaalt dat elektrisch ondersteunde fietsen – hierna ETO-fietsen genoemd - beschouwd worden als fietsen mits ze voldoen aan drie eenvoudige voorwaarden:
- de motor heeft een maximaal vermogen van 250 watt
- de motor valt uit van zodra men sneller dan 25 km/u rijdt
- de motor valt uit als men niet trapt
Fietsen die niet aan deze voorwaarde voldoen vallen niet onder de wetgeving rond fietsen. Maar onder welke wetgeving dan wel, is momenteel niet duidelijk. De federale regering werkt aan een nieuwe wetgeving op basis van een vorig jaar goedgekeurde Europese richtlijn. Gewone elektrische fietsen moeten niet extra verzekerd worden, zorg wel altijd dat je familiale verzekering in orde is. Snelle of krachtige fietsen moeten volgens de ene wel en volgens de ander niet extra verzekerd worden. Vraag daarom best eens aan je verzekeringsmakelaar of je huidige verzekering het gebruik van deze fietsen dekt.
De Europese unie heeft in 2014 twee richtlijnen goedgekeurd waarin twee nieuwe types van elektrisch ondersteunde fietsen beschreven worden.
- Bij het eerste type is er enkel sprake van een groter vermogen. Kortom, de wetgeving is gericht op elektrische vrachtfietsen. Voor de Fietsersbond moet dat soort fietsen ook bij de gewone fietsen worden gerekend.
- Het tweede type heeft een groter vermogen (> 250 watt) en bovendien valt de motor pas uit boven 45km/u. Dit noemt men een snelle elektrische fietsen (of nog “speed-pedelec”). Omdat in de Europese richtlijn een koppeling staat beschreven tussen de eigen kracht en de kracht van de fiets, erkennen we deze voertuigen dan ook als “fietsen”. Gelet op hun mogelijke hoge snelheid, lijkt het ons aangewezen dat dit type van elektrische fietsen in een aparte categorie op te nemen. We denken hier aan fietsen klasse B (of nog “klasse S”, voor “speed”), naar analogie met de bromfietsen waar ook 2 klassen van bestaan.
We zijn er ons van bewust dat een snelle elektrische fiets een hoger ongevalsrisico heeft, zowel met tragere fietsers of voetgangers als voor de fietser zelf, die bij een ongeval ten gevolge van de hogere snelheid zwaardere letsels kan krijgen.
Voor snelle elektrische fietsen moet er dan ook een apart wetgevend kader komen dat het gebruik van deze fietsen regelt.
Samengevat, de regelgeving maakt een onderscheid tussen
- Elektrische fietsen
- Elektrische vrachtfietsen
- Snelle elektrische fietsen
Hoewel het gebruik en de gebruikers sterk verschillen, zijn wij van mening dat, zolang de elektrische motorondersteuning stilvalt als men niet trapt, men het over “fietsen” moet hebben. Gezien de koppeling met de eigen kracht, de afwezigheid van enige vorm van uitstoot en de stilte van dit voertuig, houdt de gelijkstelling met een bromfiets geen steek.
En indien een fiets met elektrische trapondersteuning zich kan voortbewegen zonder te trappen, dan valt deze categorie buiten het begrip “fiets”. Elektrische aandrijving die autonoom werkt, zonder trappen (elektrisch scooters of voertuigen) heeft niets meer gemeen met fietsen.
In welke categorie behoren deze dan wel? Ze horen dan thuis bij de (elektrische) bromfietsen.
Elektrische fietsen: een goed alternatief voor gemotoriseerd verkeer
Voor de Fietsersbond zijn de fietsen met elektrische trapondersteuning een goed alternatief voor het gemotoriseerde verkeer. Hoewel wij liever hebben dat mensen de gewone fiets nemen (actief, gezond, flexibel, vrij, milieuvriendelijk), erkennen we dat de elektrische ondersteunde fietsen de voordelen van het gewone fietsen kunnen combineren met een hogere snelheid, grotere afstanden (actieradius) en een groter comfort.
Omdat deze fietsen veel gezonder en actiever zijn dan gewone bromfietsen dient het gebruik ervan gestimuleerd te worden. De gelijkstelling met een bromfiets houdt geen steek.
Het wetgevend kader moet soepeler zijn dan deze voor bromfietsen en aangepast aan de specificiteit van deze snelle fietsen. Een fietshelm dragen lijkt ons bijvoorbeeld aangewezen. Een dekking door de familiale polis moet gegarandeerd worden.
De combinatie van elektrisch ondersteunde fietsen en hoogwaardige fietssnelwegen zou weleens de oplossing kunnen vormen voor onze mobiliteitsknoop. fietssnelwegen zijn veel goedkoper dan tramlijnen of extra autosnelwegen. Maar de uitvoering van deze snelwegen blijft helaas nog al te vaak dode letter. Daarom dringen we bij de Gewestelijke regeringen nogmaals aan op een snelle uitvoering van deze broodnodige fietsinfrastructuur.