Fietsers vinden een vlakke ondergrond zeer belangrijk. Een oncomfortabel (en daardoor vaak onveilig) wegdek is de tweede grootste ergernis volgens onze enquête bij meer dan 4000 fietsers. Niet onlogisch, want de meeste fietsen hebben geen schokdempers. Bij elke ongelijkheid vangen je polsen, rug, nek de schokken op en ook je fiets gaat ervan kapot. Toch zijn fietspaden vaak minder vlak dan de rijbaan die ernaast ligt. Dat is niet alleen onlogisch, het is ook gevaarlijk. Het verleidt sommige fietsers om op de rijbaan te fietsen. Op het fietspad zorgen putten, drempels en andere gebreken dan weer voor heel wat (eenzijdige) ongevallen.

Hoe maak je een fietspad mooi vlak? Hoe zorg je voor naadloze overgangen bij een kruising? De hoogtechnologische meetfiets bewijst onomstotelijk dat de beste materiaalkeuze asfalt is. Op lange termijn is dit ook het goedkoopst. Na 15 of 20 jaar kan je een fietspad of -weg goedkoop opwaarderen door enkel de bovenlaag te vernieuwen.

Hoe ziet een goed fietspad eruit? Wat zijn goede voorbeelden? Waarop moet je letten bij de aanleg?

In het Vlaamse en Brusselse vademecum zijn de richtlijnen vastgelegd. Maar hoe pas je dit concreet toe in de praktijk? De publicatie 'Fietspaden in Vlaanderen. Goede praktijkvoorbeelden' toont in woord en beeld hoe je best tewerk gaat en helpt je op weg met:  

• Materiaalkeuze bepaalt fietscomfort
• Continuïteit van fietsvoorzieningen met het oog op fietscomfort
• Dubbelrichtingsfietspaden: alleen in uitzonderlijke situaties
• Goede praktijkvoorbeelden

Download Fietspaden in Vlaanderen. Goede praktijkvoorbeelden als pdf of bestel ze via info@fietsersbond.be