Historisch bedrag? Realisatie modal shift vergt meer dan het door minister Weyts aangekondigd fietsinvesteringsbudget
Reactie van de Fietsersbond op de aankondiging van Vlaams Minister Ben Weyts over het fietsinvesteringsplan 2017-2019
Kunnen wij zomaar Vlaanderen en Utrecht vergelijken? Een rechtzetting om ieder misverstand te vermijden vind je hier.
Naar aanleiding van de aankondiging van het fietsinvesteringsplan, publiceerde de Fietsersbond een persbericht met daarin een vergelijking tussen Vlaanderen en de Gemeente Utrecht. De bedoeling was om de grootorde van ambities aan te tonen maar we beseffen dat dit rekenkundig niet klopt. Wij wensen dit hierbij recht te zetten.
De investeringen in Utrecht – het bedrag van 150 € per jaar per inwoner is correct – zijnde door één overheidsniveau, de gemeente, gemaakt. De berekening van het Vlaamse bedrag – wij delen het jaarlijks bedrag van 100 miljoen door het bevolkingsaantal – is, toegegeven, zeer rudimentair. Wij vergelijken hiermee appels en peren.
Om volledig te zijn, moeten wij bovenop het Vlaamse bedrag, alle investeringen toevoegen die vanuit andere bronnen afkomstig zijn (andere gewestelijke investeringen van onder andere de Vlaamse Waterweg, provincies en vooral, gemeenten). Iedere Vlaamse gemeente krijgt hiermee een ander bedrag en kunnen wij vergelijkbare bedragen naast elkaar leggen.
Het bedrag van 300 miljoen op 3 jaar – of 100 miljoen per jaar – is niet nieuw. Het is vooral ontoereikend als Vlaanderen de weekendfietser ook tijdens de week wilt laten fietsen. De fietsambitie mag misschien hoog lijken, in vergelijking met andere fietssteden en fietsregio’s blijft dit bedrag te laag. In vergelijking met andere mobiliteitsinvesteringen, is dit bedrag belachelijk. Om de modal shift erdoor te krijgen, zou de de Vlaamse regering jaarlijks meer moeten investeren in nieuwe fietsprojecten en structureel onderhoud van bestaande infrastructuur.
Minister Ben Weyts heeft vandaag voor het eerst een concreet Fietsinvesteringsplan aangekondigd voor de rest van de bestuursperiode (tot 2019). Hij noemt het een “historisch” bedrag van 100 miljoen euro per jaar. Of dat historisch is, laten wij aan historici over. Wat wij wel weten, is dat dit bedrag ontoereikend is om het grote aantal Vlamingen die graag zou willen fietsen maar dat nog niet doet, op de fiets te krijgen.
Fact check: deel aangekondigde investeringen niet nieuw en niet puur fietsinvesteringen
We zijn blij dat de minister werkt maakt van het wegwerken van missing links op fiets(snel)wegen. Ook de klemtoon op de Vlaamse ruit is logisch gezien daar de meeste mensen fietsen. De Fietsersbond werd niet geraadpleegd bij de opmaak van de lijst. Daarom hebben wij het nodig geacht de aangekondigde fietsinvesteringen te onderwerpen aan fact checking. Daaruit blijkt dat een deel van de investeringen al eerder aangekondigd werden en een ander deel niet meteen pure fietsinvesteringen zijn. Als een gewestweg heringericht wordt, is het toch logisch dat men dan ook een nieuw fietspad voorziet, maar het totale bedrag van de herinrichting gaat over meer dan enkel de aanleg van dat fietspad. Bestaande plannen worden nu gewoon op een rijtje gezet, aangevuld met nieuwe plannen. U leest onze bevindingen het op het einde van dit bericht.
Huidig mobiliteitsbeleid maakt geen keuzes
Welke conclusie kunnen wij hieruit trekken? De huidige regering denkt veel, communiceert zeer goed maar hakt geen knopen door. Wij geloven minister Weyts wanneer hij van de zondagsfietser ook een dagelijkse fietser wilt maken. Maar het huidige mobiliteitsbeleid is een en-en beleid waarbij er geen keuzes worden gemaakt, waarbij de alternatieven altijd ondergeschikt blijven aan auto-investeringen (Oosterweel en Brusselse Ring). Door te blijven investeren in losse infrastructuurprojecten, is er nog geen sprake van een geïntegreerd fietsbeleid, laat staan van een duurzame mobiliteitsvisie.
Daarom pleit de Fietsersbond voor de volgende maatregelen:
- Werk een mobiliteitsvisie uit in samenspraak met alle betrokken ministers en overheden (ruimtelijke ordening, financiën, gezondheid).
- Verhoog het jaarlijks bedrag voor fietsinvesteringen en gebruik hierbij de Utrechtse cijfers als maatstaf.
- Voeg een lijn “fietsinvesteringen” of, beter, “fietsbeleid” in de begroting zodat de ambitie duidelijk wordt en de investeringen traceerbaar worden.
- Bouw de fietsafdelingen van zowel MOW (Departement Mobiliteit en openbare werken) als AWV (Agentschap Wegen en Verkeer) uit: werf aan!
Fact checking over de aangekondigde fietsinvesteringen
De Fietsersbond heeft, dankzij haar stevige aanwezigheid in tal van Vlaamse gemeentes, enkele lokale punten uit de investeringslijst al kunnen nakijken. Wij geven graag bijkomende informatie over de volgende projecten:
- Halle: Bouw Zuidbrug over kanaal Brussel-Charlerloi: Het bedrag voorzien voor de bouw van deze brug is voor het totale project. De plannen voorzien in een gemengd fiets- en voetpad op de brug van 2,5 meter. Dit is niet voldoende rekening houdend met de intensiteit van het fietsverkeer.
- Gent R40 (Kleine Ring van Gent): bouwen van een fiets onderdoorgang aan kruispunt Sint-Lievenspoort: al aangekondigd door Gents schepen van Mobiliteit in december 2016.
- Mechelen N26 “structureel onderhoud rijbaan”: dit behoort tot de basistaken van de overheid en zou dus niet als uitzonderlijke investeringen gepresenteerd worden.
- Zandhoven: Herinrichting N14: op de website van wegen en verkeer zijn de plannen voor deze noodzakelijke herinrichting tot in detail te bekijken. Naast de heraanleg van comfortabele fietspaden zit in dit project en in het bedrag van 4.180.000 euro ook de volledige vernieuwing van de weg, de aanleg van een carpoolparking en nieuwe riolering en nutswerken inbegrepen.
- Sint-Pieters-Leeuw (N6) Doortocht Sint-Pieters-Leeuw: is al langer een moeilijk dossier voor de Fietsersbond.