Applaus voor fietsers in Ronse - 21 maart 2018
Een fietsersbondlid schrijft:
Fietsen in Ronse, een stand van zaken Afgelopen woensdag 21 maart werden wij als fietsers in heel Vlaanderen met applaus warm onthaald door de leden van de Fietsersbond. Ook onze lokale afdeling Ronse was van de partij aan de fietsenstalling van het station. Het warme en welgemeende applaus gaf mij echter een dubbel gevoel. Fijn dat er nog mensen in onze stad zijn die het waarderen dat wij de fiets gebruiken om ons te verplaatsten. Maar ook bevreemdend: is dit al zo uitzonderlijk dat wij hiervoor applaus verdienen? Hoe is het eigenlijk gesteld met de fietsmobiliteit in Ronse in cijfers uitgedrukt? Deze week kopte de Morgen met een paginagroot artikel ‘Divers Vlaanderen’ over het tevredenheidsonderzoek van de Gemeente-en Stadsmonitor Vlaanderen. Fietsveiligheid was een van de indicatoren van dit onderzoek. Eén blik op de ingekleurde kaart liet zien dat het in Limburg daarmee behoorlijk goed zit: “Overwegend 57 tot 68 procent van de Limburgers vindt zijn of haar gemeente een veilige omgeving om in te fietsen. In de rest van Vlaanderen is slechts 38 tot 57 procent die mening toegedaan.” Daarbij vergeleken kleurden onze eigen Vlaamse Ardennen behoorlijk bleekjes. Nagenoeg wit werd het plaatje (en ikzelf) toen ik op internet de cijfers van onze stad Ronse zag. Hieronder enkele onthullende, maar vooral onthutsende feiten en cijfers over de fietsveiligheid en fietsvriendelijkheid in onze stad: - Slechts 30% van de Ronsenaars vindt de stad een veilige plek om te fietsen tegenover 52% voor het Vlaams gemiddelde. - Slechts 20% van de inwoners vindt onze stad een veilige plaats voor kinderen om zich te verplaatsen tegen 32% voor het Vlaams Gewest - Slechts 21% van de Ronsenaars vindt dat er voldoende fietspaden zijn t.o.v. 42% voor het Vlaams Gewest (de helft minder) - Slechts 32% van onze bewoners vindt dat de fietspaden in een goede staat zijn tegenover 44% voor het Vlaams gemiddelde. - Slechts 5% van de Ronsenaars verplaatst zich met de fiets tussen woonplaats en school/werk tegenover 16% voor het Vlaams gemiddelde (meer dan 3 keer minder!) - Duurzaam verplaatsingsgedrag per fiets: a. nooit of uitzonderlijk: 70% in Ronse tegenover 39% voor Vlaanderen (sic!) b. minstens maandelijks: 18% Ronse t.o. 22% Vlaanderen en c. minstens wekelijks: 12% voor Ronse tegenover 38% in Vlaanderen (meer dan 3x zo weinig!!) - Aantal verkeersongelukken tussen 2005 en 2016: 107,8% in Ronse tegenover 79,4% in Vlaanderen. Met andere woorden: in Vlaanderen neemt het aantal ongelukken gestaag af, maar in onze stad neemt het toe. Deze cijfers behoeven weinig toelichting. Dat heeft onze lokale afdeling van de Fietsersbond de afgelopen jaren al gedaan. Uit dit rapport wordt één ding duidelijk: Ronse is geen veilige stad voor fietsers. De omvang en kwaliteit van het fietswegennet schiet schromelijk tekort t.o.v. het Vlaams gemiddelde. Slechts 5% van onze stadsbewoners verplaatsen zich per fiets, drie maal minder dan het Vlaams gemiddelde! En dat terwijl er per hoofd van de bevolking toch minder auto’s in Ronse zijn dan in de rest van Vlaanderen. Nu vertellen cijfers nooit het hele verhaal. Maar mogen we de talrijke buizen op dit fietsrapport alleen ophangen aan het ontbreken van de zgn. verticale ontsluiting van Ronse? Onze stad schiet in nagenoeg alle domeinen tekort in een performant beleid voor de fietser. De lokale politiek zal zich daar de komende legislatuur ernstig over moeten bezinnen. Met haar huidige beleid zal de ‘Koningin der Vlaamse Ardennen’ nog maar weinig toeristen weten te overtuigen om een heerlijke fietsvakantie door te brengen binnen onze gemeentegrenzen. Vergelijk dat eens met Limburg! Maar ook zullen gezinnen met jonge kinderen aarzelen om zich te vestigen in een stad die niet veilig is voor hun kinderen op weg naar en van school. En dat ondanks de lage vastgoedprijzen. En de traditionele Ronsenaar? Eens te meer zal hij geneigd zijn om zoon- of dochterlief met ‘den otto’ 400 meter van huis naar school te vervoeren en af te halen. Kortom: de hoogste tijd voor een diepgaande bezinning op en radicale ommekeer in het beleid van de stad ten aanzien van de fietser.