De Fietsersbond pleit voor een veralgemeende zone 30 in de bebouwde kom. De maatregel verbetert de verkeersveiligheid en de luchtkwaliteit. Dat gebeurt enkel als de snelheidsbeperking ook afgedwongen wordt. Daarom geeft de Fietsersbond deze 4 adviezen mee aan bedeleidsmakers van steden en gemeenten.

De zone 30 moet zo ingericht zijn dat sneller rijden fysiek onmogelijk wordt. Terwijl het aantal aanrijdingen met 10% daalt bij een snelheidsbeperking van 30 km/u zonder aanpassingen in de weginrichting, daalt het aantal aanrijdingen met wel 60% wanneer de weginrichting wel wordt gewijzigd. Dat stelt mobiliteitsexpert Dirk Lauwers in BRUZZ. Bovendien moet ook het doorgaand autoverkeer uit een zone 30 worden geweerd. Sluipverkeer heeft er geen plaats.

Na het invoeren van een snelheidsbeperking kunnen we een tijdelijke toename van overtredingen - en van bekeuringen en boetes - verwachten. Daarom moeten steden en gemeente die een zone 30 inrichten meer capaciteit ter beschikking stellen aan de politie en de rechterlijke macht. Zodra mensen de zone 30 gewoon zijn, zal het aantal overtredingen opnieuw dalen.

We vragen verhoogde waakzaamheid tijdens de momenten waarop kinderen aan scholen worden afgezet en opgehaald. Met mobiele snelheidsborden op korte afstand vóór mobiele snelheidsmeters kunnen automobilisten bijvoorbeeld een waarschuwing krijgen dat de regel wordt gehandhaafd.

Mensen van alle leeftijden moeten informatie krijgen over de noodzaak van langzaam en voorzichtig rijden, de voordelen daarvan en de principes van verkeersveiligheid. Dat motiveert mensen om mee te werken aan een cultuur van verkeersveiligheid waarin iedereen begrijpt dat de weg gedeeld moet worden. 

Wil je meehelpen om fietsen veiliger te maken?

Steun de Fietsersbond om de belangen van fietsers te verdedigen