Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) lanceerde vorige week nog de campagne ‘Het jaagpad is er voor iedereen’. Geschikt moment om je kennis over het jaagpad op te frissen.

Quizweetjes gegarandeerd!

1. Een jaagpad werd vroeger gebruikt om te jagen. Niet met een jachtgeweer, maar met een touw. Bij gebrek aan wind werden schepen voortgetrokken vanaf de wal. Eerst met mensen of paarden, tot motoren de rol overnamen. Sommige boten werden altijd gejaagd. Deze kregen de naam jaagschuiten mee.
2. Om botsingen in bochten te veroorzaken werden rolpalen gebruikt.
3. Een boom kwam je nooit tegen naast het jaagpad. Waarom? Het touw kon er zo achter blijven hangen.
4. Jagers moesten vooral veel wachten. Het wachten in het café leidde vaak tot beschonken jagers. Er kwam dus al snel een wet die het jagen 'onder invloed' verbood.
5. Synoniemen voor het jaagpad zijn tragel, trekpad, dijkweg, pad, paadje of treilpad. Laat die kruiswoordraadsels maar komen!
6. De officiële functie van een jaagpad is nog altijd een dienstweg voor onderhoud van de waterwegen.
7. Voetgangers, fietsers en bromfietsers klasse A mogen op het jaagpad. Er zijn wel uitzonderingen, zo kan een jaagpad (tijdelijk) worden afgesloten voor los- of laadactiviteiten. Snelle e-bikes mogen er dus ook op maar moeten de snelheidslimiet respecteren.
8. De maximale snelheid voor alle weggebruikers is er 30 km/u.
9. Naast dienstwagens van de waterwegbeheerders zijn ook andere automobilisten met een vergunning toegelaten. Denk dan aan: mindervalide hengelaars, actieve schippers, aannemers van de waterwegbeheerder, enzoverder.
10. Er is meer dan 2000 km jaagpad in Vlaanderen. 

Meer info in de folder en op de website van Waterwegen en Zeekanaal.