Fietsers goed voor lokale handel
Fietsers en lokale handelaars hebben elkaar nodig. Ze kunnen dan ook sterke partners zijn. Nochtans heerst er bij veel handelaars ongerustheid wanneer lokale overheden beslissen om parkeerplaatsen te schrappen ten voordele van bijvoorbeeld een fietspad.
Onderzoekers legden zich al meermaals toe op de vraag wat de impact van autowerende maatregelen is op de omzet van lokale handelaars. Ze kwamen allemaal tot dezelfde drie conclusies:
- Extra ruimte geven aan fietsers en voetgangers – ten nadele van het autogebruik – heeft ofwel geen ofwel een positieve impact op de omzet.
- Handelaars overschatten het aantal klanten dat met de auto naar hun zaak komt (en onderschatten het aantal dat te voet, met de fiets of met de bus komt).
- Fietsers geven gemiddeld evenveel of zelfs meer uit dan automobilisten. Ze besteden minder per keer, maar keren wel vaker terug.
Autowerende maatregelen hebben dus geen of enkel een positieve impact op de lokale omzet. Bovendien geven ze nog meer voordelen. Autoluwe omgevingen zijn een pak aantrekkelijker, zorgen voor meer mensen op straat (en dus meer sociale controle), meer rust en een betere luchtkwaliteit.
De Fietsersbond wil dat de discussie over het schrappen van parkeerplaatsen gebeurt op basis van onderbouwde feiten en onderzoek, en niet op een fout buikgevoel. Op de plek van één autoparkeerplaats is er plaats voor acht fietsen. De vrijgekomen ruimte kan kwalitatief worden ingericht, wat op zijn beurt weer kan zorgen voor extra aantrekkingskracht van de lokale handel. Het is in die omgeving immers prettig vertoeven.
Dat betekent niet dat we de bezorgdheid van de lokale handel niet ernstig moeten nemen. Bovendien kan het erg nuttig zijn dat de overheid, wanneer ze autoluwe maatregelen invoert, de lokale handel begeleidt in de overgang, bijvoorbeeld door het inzetten van mobiliteitscoaches en detailhandelcoaches of het organiseren van publiekscampagnes. Draagvlak kan vergroten door de middenstand te informeren over de positieve effecten van autowerende maatregelen, hen bij de planning te betrekken en te luisteren naar hun bezorgdheden. Daarnaast kan ook de beeldvorming dat “alle” klanten met de auto komen wijzigen door in kaart te brengen wat het aantal klanten is dat wandelt, fietst of met de bus/tram naar de winkel komt.
Bovendien is het van groot belang om de verdere groei van baanwinkels te stoppen en om nog nieuwe shoppingcentra te bouwen buiten het stadscentrum. Zij zijn niet of amper bereikbaar met de fiets, en betekenen grote concurrentie voor het lokale handelsapparaat in het centrum, terwijl het net die kleinhandel is die mee zorgt voor een dynamische en aantrekkelijk befietsbare kern.