De economische meerwaarde van de fiets becijferd

Wij hoeven jullie niet te overtuigen om te fietsen. Fietsen is gezond, houdt je fit, reduceert de CO2-uitstoot, bespaart op brandstofkosten maar is bovenal fijn en aangenaam. Naast al deze zichtbare en voelbare voordelen heeft de fietser ook een economische meerwaarde. De European Cycling Federation (ECF) voerde de laatste jaren verschillende onderzoeken uit om die meerwaarde te becijferen. Hieronder bundelen we een aantal van die onderzoeken en geven we een overzicht van relevante cijfers.

Op dit moment telt het aandeel van de fietsende klant, een consumptievolume van 111 biljoen in de 28 EU-lidstaten. Als het aandeel fietsende klanten zou verdubbelen, dan komt daar nog 27 biljoen bij voor de lokale handelaars. Dit zou een economische boost geven aan de stadscentra in de Europese Unie.

Fietsende klanten spenderen meer en vaker

Beginnen we met een vaak gehoord argument bij kleinhandelaars in de stad: onze klanten komen met de auto, dus we hebben parkeerplaatsen nodig en moeten vlot bereikbaar zijn met de wagen. Onderzoek leerde dat de handelaars het aantal klanten dat met de wagen komt overschatten. Zo schatten ze dat slechts 12% van hun klanten in een straal van 800 meter woont. De realiteit leert dat dat 42% is. Fietsende klanten spenderen ook meer dan klanten die met de wagen komen. De beperktere parkeertijd voor de wagen kan hier een rol in spelen. Maar fietsende klanten shoppen vaker dan automobilisten en ze kopen vooral meer bij lokale handelaars en zijn trouwere klanten.

Als een straat aangepast wordt aan de zachte weggebruiker (voetganger, fietser en openbaar vervoer) en er dus minder ruimte is voor de wagen, wordt de daling van het aantal klanten die met de wagen komen ruimschoots gecompenseerd door de wandelende en fietsende klanten. Dit effect was bijvoorbeeld erg zichtbaar bij de herinrichting van de stadskern in Mortsel. Door het doortrekken van een tramlijn werd daar een winkelstraat grondig hertekent. Voor en vooral tijdens de werken was de leegstand bij de handelspanden erg groot. Naar het einde van de werken was die helemaal weg en nadien bleek dat de handelaars een grotere omzet haalden, ondanks het verdwijnen van de wagen en parkeerplaatsen in de straat.

Fietsindustrie creëert meeste jobs in transportsector

In een ander onderzoek dat focust op tewerkstelling en de ‘fietsindustrie’ in kaart brengt, wordt opnieuw gewezen op het belang van fietsers voor de lokale economie. Fietsers frequenteren duidelijk meer lokale handelaars, cafés, restaurants, sportclubs dan gebruikers van andere vervoersmodi.

Het onderzoek toont ook aan dat bedrijven binnen de fietsindustrie (verkoop, verhuur, onderhoud, …) tot drie maal meer werknemers tewerkstellen dan de rest van de transportsector. Bovendien heeft de fietsindustrie ook een groot groeipotentieel op vlak van inclusieve (sociale) tewerkstelling. Door de aard van de jobs kunnen meer laaggeschoolden of langdurig werklozen binnen de fietsindustrie aan de slag.

Fietsende toeristen consumeren meer

Nog een positief effect van fietsen op de toeristische industrie: ze consumeren meer wanneer ze op uitstap gaan. Onderzoek wees uit dat fietsers op een toeristische uitstap tot 20 euro meer spenderen dan automobilisten. De verklaring is tweeledig: wie met de auto op uitstap trekt, neemt veel zelf mee en dat is voor fietsers niet evident. Daarnaast beloont de fietser zichzelf makkelijker na de fysieke inspanning met dat extra ijsje of de trappist.