De ‘15 minutenstad’: model voor een duurzame stad
Op het fietscongres Velo-city vertelde stedenbouwkundige Carlos Moreno over zijn idee van ‘de 15 minutenstad’. Daar heeft iedereen in minder dan een kwartier fietsen of wandelen toegang tot alles wat ze nodig hebben: winkels, kantoren, scholen, etc.
Een stad op mensenmaat
In welke stad willen we leven? Een stad met veel lawaai, lange pendelroutes en volle winkelcentra? Of een stad met plaats voor haar bewoners, met groen en met rust? Uiteraard kiezen we voor de tweede, stelde Carlos Moreno, professor stedenbouwkunde, op de internationale fietsconferentie Velo-City. En om dat te bereiken is het concept van de 15 minuten stad ideaal. Alles is makkelijk bereikbaar te voet of met de fiets. Met minder auto’s en uitstoot tot gevolg. Het is een stad op mensenmaat, in plaats van een stad op maat van de auto.
Het idee van Carlos Moreno wordt al toegepast in Parijs, Barcelona, Melbourne en Ottawa. Omdat Brussel kleiner is, wil minister Elke Van den Brandt naar een 10 minutenstad. In Zweden experimenteert men zelfs met het concept van de 1 minuutstad.
Meer solidariteit
De 15 minuten stad creëert ook ruimte voor solidariteit. Door minder plaats aan de auto te geven, zijn er meer plekken vrij waar mensen samenkomen en elkaar ontmoeten. Dat zorgt voor meer begrip en solidariteit tussen de stadsbewoners. De bewoners voelen zich meer verbonden met elkaar en durven de ruimte innemen. Zo krijgen ze meer zelfvertrouwen en zelfbewustzijn, en dat leidt tot een positief zelfbeeld.
Voetgangerszone en open schoolomgeving
Carlos Moreno reikte ook enkele concrete voorbeelden aan van hoe je de ruimte opnieuw vorm kan geven in een 15 minutenstad. Een van die mogelijkheden bestaat al in Brussel: een grote voetgangerszone. Het is een stuk ruimte die teruggegeven wordt aan de inwoners en waar ze elkaar (opnieuw) kunnen ontmoeten.
En in Parijs worden de speelplaatsen buiten de schooluren opengesteld voor iedereen. Er kan nu gespeeld en geleefd worden op plaatsen die buiten de schooluren geen functie hadden. Andere voorbeelden zijn een sporthal die ‘s nachts omgetoverd wordt in een discotheek kan worden of cafés die als klaslokaal dienen voor bijvoorbeeld taallessen.
Autoluwe wijken in Brussel
Brussel geeft de 10 minutenstad nu al vorm. Er worden de komende jaren autoluwe wijken gecreëerd door het autoverkeer naar de grote assen rond de woonwijken te leiden. Het doel is om buurten levendig en groener te maken en te zorgen dat de luchtkwaliteit erop vooruit gaat, stelde Brussels minister Elke Van den Brandt in een debat op Velo-City. De implementatie van een zone 30 in heel Brussel draagt hier ook toe bij.
Risico van de 15 minutenstad
De 15-minutenstad loopt wel het risico om een stad van hippe onbetaalbare buurten te worden. Om dit tegen te gaan moet er volgens Carlos Moreno geïnvesteerd worden in de lokale en sociale economie om plaatselijke jobs te creëren. Het is cruciaal dat bewoners niet weggejaagd worden en verhuizen naar delen buiten de stad.
De 15-minutenstad en de fietser
We kunnen dus stellen dat de 15-minutenstad en de fietser beste vrienden kunnen zijn. Op korte, fietsbare afstanden kan alles gevonden worden. Er wordt een aangename, gezonde omgeving gecreëerd waarbij ontmoeting en leven weer centraal komen. Hopelijk wordt dit ook snel de realiteit in Brussel.