
Op 31 januari 2025 bereikten de MR, Les Engagés, N-VA, CD&V en Vooruit een akkoord voor een nieuwe federale regering. De regering De Wever is hiermee een feit, met Jean-Luc Crucke als nieuwe minister van Mobiliteit.
“Dit land staat voor grote uitdagingen”, zo start het voorwoord van het nieuwe federaal regeerakkoord. Dat geldt ook op het vlak van mobiliteit en zeker wat betreft verkeersveiligheid. Als Fietsersbond zijn we verheugd dat heel wat eisen uit ons memorandum er in terug te vinden zijn. Op het vlak van verkeersveiligheid getuigt het akkoord wel van enige ambitie maar er staan ook enkele belangrijke eisen niet of onvoldoende in.
We onderzoeken hier het regeerakkoord en de beleidsverklaring van de bevoegde minister.
Want het is nodig om de komende jaren echt wel stappen voorwaarts te zetten op vlak van:
L’union fait la force, samen voor een echt fietsbeleid
Met ‘Be Cyclist’ zorgde de vorige regering voor het eerst voor een fietsactieplan op federaal niveau. Onder de nieuwe regering De Wever krijgt dit nu een opvolger.
Dat is ook nodig. De Federale overheid beschikt wel degelijk over bevoegdheden die het verschil kunnen maken om drempels voor fietsers weg te nemen. Denk maar aan fiscaliteit, strijd tegen fietsdiefstal, verkeersveiligheid, het combineren van trein en fiets en aan onderzoek en fietspromotie. De Fietsersbond deed reeds een aanzet en wenst het plan samen met de bevoegde administratie en de FOD mobiliteit vorm te geven.
België is een complex land. De Fietsersbond ziet het dan ook noodzakelijk dat de administraties van de verschillende bestuurlijke niveaus met elkaar samenwerken. De fietser heeft weinig boodschap aan wie voor wat bevoegd is. Het federale niveau kan hier een coördinerende rol spelen en de regio’s samenbrengen. Ze moet ervoor zorgen dat informatie uitgewisseld wordt, moet interveniëren daar waar er hiaten zijn en ze moet initiatief nemen om andere overheden en partners mee te nemen en te stimuleren.
Het regeerakkoord lijkt deze noodzaak tot samenwerking alvast te erkennen.
“Om tegemoet te komen aan de specifieke noden en dynamieken in de verschillende gebieden van het land en om coherent en sterker te kunnen hervormen in nauw verbonden en verweven bevoegdheden zoals gezondheidszorg, arbeidsmarkt, mobiliteit en klimaat, kiest de federale overheid voor een interfederale samenwerking om haar beleid en dat van de deelstaten op elkaar af te stemmen.”
We zijn in het bijzonder verheugd dat de nieuwe mobiliteitsminister in zijn beleidsverklaring de meerwaarde van het middenveld erkent en ermee wil samenwerken. Zo stelt hij in het kader van een nieuw federaal fietsactieplan een voorstander te zijn van een nauwe samenwerking met de verenigingen in de sector. De Fietsersbond neemt die uitgereikte hand graag aan.
Treinfietsers verdienen beter
De Fietsersbond pleit ervoor dat alle combinaties van trein en fiets om zich te verplaatsen voor elk type fietser mogelijk is. Dat betekent inzetten op (financiële, fysieke, digitale …) toegankelijkheid voor iedereen. Fietsers zijn gebaat met een performant openbaar vervoer;
In het regeerakkoord herbevestigt de nieuwe bestuursploeg het belang van het beheerscontract met de NMBS en het meerjareninvesteringsplan.
“Ter uitvoering van het meerjareninvesteringsplan zet de NMBS verder in opveilige fiets- en autoparkings om combivervoer aan te moedigen. Daarbij speelt ook betaalbaarheid een belangrijke rol. Daarnaast moet er ook blijvend gewerkt worden aan het verhogen van het aantal plaatsen voor fietsen op de trein zonder daarbij het aantal zitplaatsen te verminderen. In overleg met de NMBS bekijken we de mogelijkheden tot het afschaffen van het fietssupplement minstens tijdens de daluren ten voordele van de combimobiliteit.”
Betaalbaar en veilig je fiets kunnen stallen aan treinhaltes, meer plaatsen voor de fiets op de trein, je fiets gratis kunnen meenemen op de trein buiten de spits, het klinkt voor menig treinfietser als muziek in de oren. De Fietsersbond ziet het als een belangrijke herbevestiging, de positieve evolutie van de afgelopen jaren kan zich ook deze legislatuur voortzetten.
Maar zullen er genoeg financiële middelen zijn om dit te bekostigen? De beleidsverklaring van de minister hamert voortdurend op efficiëntie. De zelfverklaarde ‘besparings’-regering wil dat efficiëntiewinsten bij de NMBS 250 miljoen euro opleveren. Het wordt een moeilijke evenwichtsoefening, voldoende middelen zullen doelgericht ingezet moeten worden om de performantie van de Belgische spoorwegen te verbeteren. Er is (veel) werk, denk maar aan de slechte stiptheid van treinen, overvolle wagons of verouderde treinhalte-infrastructuur.
Op volgende aandachtspunten zullen we als Fietsersbond blijven hameren:
- Investeer in fietsparkings daar waar de nood het hoogst is, en niet daar waar nieuwe fietsenparkings het eenvoudigst te realiseren zijn. Met andere woorden, niet enkel in de grootste stations van het land.
- Steek een tandje bij om alle treinhaltes echt toegankelijk te maken. Dit is een uitdaging voor zowel fietsers als personen met beperkte mobiliteit. Het mag daarbij niet wederom enkel gaan om de grootste stations maar moet overal van toepassing zijn. Vlotte toegang tot het perron dankzij een degelijke fietsgoot kan al een enorme vooruitgang betekenen.
Ambitie voor meer verkeersveiligheid
53 keer staat het woord veiligheid in de beleidsverklaring van Jean-Luc Crucke. Het is duidelijk, de federale regering wil vaart maken op het vlak van verkeersveiligheid. En dat is nodig. Als we werk willen maken van ‘vision zero’, de weg naar nul verkeersdoden, dan zullen we er echt niet komen met wat gerommel in de marge. Meerdere maatregelen zijn dan nodig. De Fietsersbond is alvast enthousiast over volgende voorgestelde maatregelen
- Het inzetten van nieuwe technologieën in de strijd tegen verkeersovertredingen. Het gaat hierbij onder meer over het gebruik van slimme camera’s om het gebruikt van mobiele telefoons achter het stuur of het niet dragen van veiligheidsgordels op te sporen.
- Het beter identificeren, opvolgen en straffen van veelplegers. De minister stelt terecht dat het essentieel is om straffeloosheid tegen te gaan en gevaarlijke bestuurders van de weg te halen. Via een centraal dataregister en een aanzet voor een soort rijbewijs op punten (ook al mag het zo officieel niet genoemd worden) komt er eindelijk een stok achter de deur.
- Het prioritair inzetten op de strijd tegen alcohol en drugs in het verkeer. De politie zal zo meer testen op rijden onder invloed en de gegevens hierrond ook bijhouden (iets wat in het verleden gek genoeg niet gebeurde).
- Het inschrijven van de term verkeersdoodslag in de strafwet. Zo wordt een duidelijk signaal gegeven dat roekeloos gedrag op de weg gevolgen heeft
- Het verder uitbouwen van fietsbrigades bij politie
Het aantal verkeersslachtoffers bij fietsers is, in proportie met het fietsgebruik, in dalende lijn. Maar ondanks belangrijke verbeteringen, zijn er nog steeds te veel verkeersslachtoffers bij fietsers en voetgangers. Het gros van die ongevallen is te vermijden. Veelal gaat het om fouten in ons systeem, het gevolg van verkeerde keuzes in het verleden. Om duurzaam te investeren in verkeersveiligheid moeten deze systeemfouten in vraag gesteld worden. De Fietsersbond zal zo blijven pleiten voor maatregelen tegen de steeds breder en zwaarder wordende auto’s (auto-obesitas) en de strijd tegen dode hoek crashes.
Op naar een modal shift?
Het standpunt van de Fietsersbond is duidelijk: Het fiscaal systeem moet duurzame mobiliteit stimuleren. Er is nood aan maatregelen die het autogebruik rationaliseren en een modale verschuiving naar de fiets aanmoedigen. Of om het duidelijk te stellen, het systeem van salariswagens moet uitgefaseerd worden.
Maar ook de komende regering (durft?) niet te raken aan het systeem van de salariswagens. Wel wordt erkend dat duurzame mobiliteit aangemoedigd moet worden. Het instrument? De vereenvoudiging en breder openstellen van het mobiliteitsbudget. Hierbij krijgt de werknemer altijd de keuze tussen verschillende mobiliteitsopties, de werkgever kan de mobiliteitskeuze dan belastingvrij financieel ondersteunen.
Dat mobiliteitsbudget bestaat vandaag al, maar wordt nog veel te weinig gebruikt. Het is een administratief kluwen en enkel zij die recht hebben op een salariswagen komen momenteel in aanmerking. Dat laatste is een belangrijk aandachtspunt voor de Fietsersbond, het mobiliteitsbudget moet vooral een motivatie zijn weg van de salariswagen, een duwtje in de rug naar duurzame mobiliteit.
In de beleidsverklaring lezen we ook dat de minister de integratie van de fietsvergoeding in het systeem van het mobiliteitsbudget wenst te onderzoeken. Het woord onderzoeken komt meerdere keren terug. De ambitie tot vereenvoudiging (weg met de financiële koterijen!) en het breed openstellen kunnen we als Fietsersbond enkel maar aanmoedigen. Hoe dat zal gebeuren blijft nog onduidelijk, de hervorming van het mobiliteitsbudget wordt een belangrijke werf voor de komende jaren.
Brusselse fietsinfrastructuur
Tot slot, zij die regelmatig in Brussel fietsen weten dat er de afgelopen jaren heel wat vooruitgang is geboekt maar dat er nog heel wat werk op de plank ligt. Zeker zo op het vlak van hoogwaardige fietsinfrastructuur. Een fietssnelweg uit Vlaanderen die plots stopt eens ze aan de Brusselse rand toekomt, dat kan en moet beter.
Aangezien de financiële situatie van het Brussels Gewest er, en dat is diplomatisch gezegd, weinig rooskleurig uitziet, zijn er amper eigen financiële middelen voor nieuwe fietsinfrastructuur. Voor het ontwikkelen van cyclostrades, de Brusselse fietssnelwegen, rekenen fietsers daarom op externe middelen, op Beliris. Beliris wat? Beliris is een federale instelling die werken van interregionaal belang uitvoert op Brussels grondgebied.
De afgelopen jaren werden dankzij Beliris zeer diverse projecten uitgevoerd in het Brussels Gewest, gaande van de renovatie van het zwembad van Elsene over sociale woningbouw tot de (voorbereidende) werken voor metro 3. De nieuwe regering wil hier een duidelijke lijn in, projecten zullen voortaan prioritair focussen op mobiliteit en de beslissing over wat zal uitgevoerd wordt verschuift naar het federale niveau. Beliris is deze legislatuur de verantwoordelijkheid van Bernard Quentin, minister van Binnenlandse Zaken, en niet onbelangrijk, zelf een Brusselaar.
Hierover vinden we de volgende passage
Om de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel uit te bouwen en te bevorderen, engageert de regering zich via Beliris. De regering waakt erover dat Beliris zijn middelen prioritair concentreert op projecten op het vlak van mobiliteit en strategische ontwikkelingsinvesteringen op het Brusselse grondgebied en dat deze van belang zijn voor verschillende Gewesten. De regering zal in dit verband de Brusselse regering consulteren.
Maar net zoals bij de NMBS wordt er ook op Beliris bespaard. De komende drie jaar gaat het om telkens 25 miljoen euro minder. In 2029 zit er 50 miljoen euro minder in het fonds. Aangezien de focus (terug) komt te liggen op mobiliteit zal de realiteit zijn dat er een grotere financiering is van mobiliteitsprojecten. Als Fietsersbond zullen we er nauwgezet op toezien dat Metro 3 niet met alle middelen gaat lopen en de verdere ontwikkeling van de cyclostrades realiteit wordt. Zo stopt de fietssnelweg niet langer aan de gewestgrens.