Laten we voortaan om de autometaforen heen fietsen

06/01/2025 - Algemeen

Dit artikel werd geschreven door voorzitter van de Fietsersbond Eva Van Hende en werd gepubliceerd op 02/01/'25 in De Standaard.


Veel van wat we doen, denken en voelen draait rond de auto, vindt Eva Van Hende. Dat moet anders, en alle beetjes helpen.

Soms wachten we op de grote dingen die alles gaan veranderen: verkiezingen, een klimaattop, een nieuwe wet, een uitvinding. Maar de realiteit leert dat grote veranderingen, de goeie en de slechte, niet op die manier tot stand komen. Ze zijn ook het resultaat van heel veel kleine acties en beslissingen van gewone mensen. Precies dat stemt me hoopvol.

Zo heeft geen enkele premier ooit als langetermijndoel gesteld om de kaap van de 6 miljoen auto’s te bereiken in dit land. Nochtans rijden er nu zoveel rond. Volgend op de uitvinding van Ford waren het allemaal kleine beslissingen van doodgewone mensen die tot die 6 miljoen hebben geleid. De impact van dat grote getal op het leven van ieder van ons kan nauwelijks overschat worden. We richten onze openbare ruimte en ons leven in vanuit een voorruitperspectief en zijn ondertussen collectief verslaafd aan de auto. Hoe noemen we een autoverkoper ook alweer? Juist ja, een dealer.

Een symptoom van onze autoverslaving valt me nog verder op in ons taalgebruik. De auto, en alles wat errond hangt, is naar mijn ervaring het onderwerp van de meest gebruikte metaforen.

Ik fiets je graag door enkele voorbeelden. Om iets moeilijk aan te leren: “Dat is zoals auto leren rijden. In het begin kost het veel moeite, maar na een tijd hoef je er niet meer bij na te denken.” Om aan te geven dat je door je focus te verleggen, andere dingen ziet: “Het is zoals wanneer je net een nieuwe auto hebt gekocht. Voorheen was die onzichtbaar, maar plots zie je overal die gele Fiat opduiken zoals jij hem hebt besteld.” Om te zeggen hoe duur iets is: “Die machine kost evenveel als drie Ferrari’s.”

Zes miljoen is te veel

De auto is onze referentie geworden voor wat we doen, wat we denken en waarover we praten. Dat laatste zou op zich onschuldig kunnen zijn, maar die drie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De auto waarmee we (niet) rijden, bepaalt onze identiteit. Het is een betaalmiddel geworden in ruil voor arbeid. De auto is zo standaard geworden dat we hem gaan gebruiken als lievelingsmetafoor.

Misschien zijn we het over veel zaken oneens, maar kunnen we het er wel over eens zijn dat 6 miljoen auto’s voor 11,7 miljoen Belgen te veel is? Die autoverslaving heeft ook zoveel nadelen. Ik denk zelf aan de klimaatverstoring, fijnstof, geluidsoverlast, verdriet, straatbeelddominantie, sociale ongelijkheid, fileleed, obesitas.

Ik vraag het me vaak af: wat zou een aanvaardbaar aantal auto’s zijn om na te streven voor een land als het onze? Ik heb geen idee, maar in alle geval significant minder dan 6 miljoen. En stel dat we het daarover eens raken, hoe bereiken we dan dat streefcijfer? Juist, zo’n grote verandering kan tot stand komen door heel veel kleine acties.

Mijn oproep voor uw lijstje van goede voornemens gaat dan ook over iets kleins: laten we de autometaforen bannen uit de verhalen die we vertellen. Er zijn zoveel inspirerende voorbeelden: iets nieuws leren? Maak een vergelijking met leren zwemmen, lopen of fietsen: we kunnen er ons allemaal wat bij inbeelden. Iets groots kopen? Vergelijk met de aankoop van een elektrische fiets, een keuken of een huis.

De zin van het leven draait niet om de auto, laat de auto dan ook verdwijnen uit de zinnen in ons leven. Laat lopen, fietsen, ontmoeting, natuur, verbinding, vrede, vrijheid, liefde en lachen in de plaats komen. Vredevol 2025!

©️ Foto Lieven Jacobs