De geschiedenis van de fiets, deel 2 : De michaux
Vorige keer hadden we het over de eerste fiets, die het (indirecte) resultaat was van een vulkaanuitbarsting in 1815. Deze fiets werd uitgevonden door baron Von Drais, de draisine.
In 1862 kwam een Franse wagenmaker op het idee om trappers te monteren op een draisine. De familie Michaux ging kort daarop deze eerste trapfietsen in serie bouwen en maakte deze eerste fietsen populair. Het eerste jaar waren het er maar een paar, maar het tweede jaar al 200, en toen de fietsfabriek van Michaux acht jaar later failliet ging bij het uitbreken van de Frans-Duitse Oorlog, hadden ze in totaal zo'n 20.000 fietsen gemaakt.
Deze fietsen met twee ongeveer even grote wielen lijken al sterk op de moderne fiets, behalve dat de trappers in het voorwiel zitten. Ze werden in Frankrijk Michaux, Michauline, of Vélocipède genoemd. Pierre Michaux had deze vroege fiets in 1867 ook geïntroduceerd in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, waar ze bekend werden als Boneshakers.
In Frankrijk werd de allereerste koers gereden met deze fietsen in 1868. In België was dit op 11 april 1869 in Gent. Het ging om drie types koersen : om ter snelst, om ter traagst en met hindernissen. De snelheidswedstrijd bedroeg 1 kilometer en de winnaar reed deze in tweeënhalve minuut, wat neerkwam op een gemiddelde van 25 km per uur.