Fietser van de week- Berty Goudriaan
Berty Goudriaan wordt vandaag 60 jaar, en dus is deze titel 'fietsers van de week' een gepast cadeau.
Berty woont in Kumtich en werkt bij stad Tienen. Fietsen zit als het ware in mijn genen, van jongs af aan was dit voor mij de belangrijkste en normaalste manier om me te verplaatsen, naast wandelen. Eerst ‘veilig achterop, bij de vader op de fiets’ en later natuurlijk op mijn eigen tweewieler. Mijn eerste echte fiets was een oude blauwe, die te klein was geworden voor mijn oudere zus. Een beetje oefenen op een rustig pleintje en dan hup de straat op. Ik ontdekte al snel dat fietsen helemaal niet moeilijk is, je moet gewoon in beweging blijven om in balans te zijn. Een beetje zoals het leven zelf …
Openbaar vervoer was er bij ons nauwelijks en mijn ouders hadden wel een auto, maar die werd alleen gebruikt als het echt nodig was. Korte afstanden (boodschappen, school, vrienden …) en wat langere afstanden (uitstappen in het weekend en de vakanties) – zo goed als alles gebeurde met de fiets. En dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Fietsen is immers gewoon gemakkelijk, gezond, ontspannend, fijn, goedkoop én ecologisch verantwoord, wat wil een mens nog meer?
Ik fiets elke dag naar het werk in Tienen. Zomer of winter, hitte of kou, wind of regen – het maakt me allemaal niet uit. Ik vind het zalig om de werkdag zo te beginnen en te eindigen, zeker als ik door de velden kan rijden. Een goede fiets en degelijke regenkleding, meer heb ik niet nodig. Ook voor kleine en grotere boodschappen spring ik op mijn fiets, zolang het op mijn fiets past (in fietszakken en -mandjes) is dat geen enkel probleem. Een auto is soms handig, maar er gaat toch niets boven de fiets.
Het is een cliché, maar wel waar: op het vlak van infrastructuur is er nog veel werk aan de winkel, zeker met het oog op de zachte (en niet ‘zwakke’, maar in veel opzichten juist sterke!) weggebruikers. Wat me heel erg opvalt is dat de meeste automobilisten zeer galant en oplettend zijn op plaatsen waar de infrastructuur hen daartoe uitnodigt. Ik denk bijvoorbeeld aan de nieuwe oversteekplaats met middenberm op het kruispunt Leuvenselaan - Kerkomstraat, dat nog niet zo lang geleden werd heraangelegd. Vroeger kon je daar bij wijze van spreken een uur staan wachten om te kunnen oversteken als het druk was, nu stopt bijna iedere automobilist daar voor fietsers en voetgangers. Zo simpel kan het soms zijn …
Hoewel ik zonder aarzelen mijn plaats als fietser opeis in het verkeer, blijf ik hoffelijk tegenover andere weggebruikers en hou ik me aan de regels. Een hand opsteken, een knikje of een welgemeende dankjewel is veel plezanter en heeft bovendien meer effect dan een opgestoken middenvinger of gevloek (ook al is de verleiding soms groot, dat moet ik toegeven). Met een positieve houding en wederzijds respect bereiken we onze bestemming ook. Samen met de andere leden van Fietsersbond Tienen probeer ik dan ook te ijveren voor meer aandacht en een beter ‘klimaat’ voor fietsers en andere zachte weggebruikers, wat uiteindelijk iedereen ten goede komt. En dat willen we toch allemaal?