De aanleg van fietssnelwegen leidt wel eens tot discussie — zeker als er bomen sneuvelen of natuur verdwijnt om ruimte te maken. Dat roept de vraag op: wat is een fietssnelweg eigenlijk, wat verwachten we ervan, en hoe past ze in het bredere fietsnetwerk?

Want om de Vlaamse ambitie te realiseren, 30% van de verplaatsingen met de fiets in 2040, is een echt volwassen fietsbeleid nodig. Met een ruggengraat en voldoende haarvaten.

Feitenkader 2025: De Vlaming en Brusselaar fietst meer, is sneller en diverser

Nog nooit stapten zoveel Vlamingen en Brusselaars op de fiets: in Vlaanderen gebeuren 18,5% van alle verplaatsingen en 22% van de woon-werkritten intussen per fiets (OVG 7, 2023-24). Vooral e-bikes en leasefietsen winnen terrein, waardoor mensen verder én langer fietsen. Ook 65-plussers blijven mobiel dankzij trapondersteuning.

Tegelijkertijd zijn de meeste fietsritten kort. In de Brusselse rand is iets minder dan de helft van de verplaatsingen zelfs minder dan vijf kilometer. Ook in Vlaanderen is dat historisch gezien zo. Net daarom is een fijnmazig fietsnetwerk noodzakelijk.

De ruggengraat en de haarvaten

Functionele fietsers willen vlot op hun bestemming geraken. Steeds meer mensen ruilen de tijd in de autofile in voor een rit op de fiets. Deze fietsers hebben nood aan kwalitatieve fietsverbindingen tussen verschillende kernen en attractiepolen, de ruggengraat van het fietsnetwerk dus .

“Fietssnelwegen verbinden steden en belangrijke attractiepolen met kwalitatief hoogwaardige infrastructuur, vaak langs spoor/water/wegen.” Zo staat het beschreven als definitie van de fietssnelweg. Ze vormen de ruggengraat waarop andere routes aantakken. Dat impliceert continuïteit, kruisingen op niveau, zo min mogelijk conflicten en maximale veiligheid, net als voldoende breedte en leesbaarheid.”

Hierbij zijn de lokale routes die aansluiten op die ruggengraat, de haarvaten essentieel. Enkel dankzij een fijnmazig netwerk kan een fietser vlot zijn bestemming bereiken. In Brussel wordt dat vormgegeven door de Gewestelijke FietsRoutes in Vlaanderen door het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF).

Extra budget voor fietsinfrastructuur.

Het fietsbudget verdrievoudigde de voorbije jaren tot boven 300 miljoen euro per jaar. Toch blijft de achterstand groot, vooral langs gewestwegen. De rapporten van het Agentschap Wegen en Verkeer, verantwoordelijk voor de gewestwegen, tonen dat nog heel wat infrastructuur niet conform is aan vernieuwde richtlijnen die het zichzelf voorschrijft.

Investeren in fietssnelwegen is goed, maar mag niet betekenen dat lokale infrastructuur achterblijft. Inhaaloperaties blijven broodnodig.

Fietsinfrastructuur is er voor fietsers.

Een goed fietsbeleid betekent meer dan enkel minder autofiles. Fietsinfrastructuur heeft haar eigen, directe voordelen: ze bevordert zelfstandigheid voor jong en oud, zorgt voor inclusie van mensen zonder auto, stimuleert gezondheid, verhoogt de leefkwaliteit en verbetert de verkeersveiligheid. Die voordelen komen echter pas volledig tot hun recht als de infrastructuur veilig en comfortabel is voor álle fietsers.

Toekomstgerichte mobiliteit zet in de eerste plaats in op kwalitatieve fietsinfrastructuur (en voetpaden, maar dat spreekt hopelijk voor zichzelf). Meer autostrookkilometers leiden tot méér autokilometers (induced demand). Andersom kan herverdeling (road diets) de veiligheid aantoonbaar verbeteren, zonder de “verkeersapocalypse”, een totaal “fileinfarct”. 

Recht op ruimte, recht op rust

De vraag is niet of we fietssnelwegen “moeten afbouwen” of “juist méér” moeten bouwen. De vraag is: bouwen we de juiste dingen op de juiste plekken, met de juiste profielen, én met de juiste verbindingen? En durven we de ruimte herverdelen die daarvoor nodig is?

De Fietsersbond pleit voor “Snel Graag Traag”:

  • Snel waar verbindingen nodig zijn,
  • Graag omdat het comfortabel en veilig is,
  • Traag waar we ruimte delen.

Een volwassen fietsbeleid kiest niet tussen ruggengraat of haarvaten, maar bouwt aan beide — met het hart van de dagelijkse fietser als kompas. Beste politici, ontwerpers en ambtenaren, luister naar dat kloppend hart. En bouw zo een gezond, vitaal en warm fietsnetwerk uit.