
Na bijna een jaar wachten is het GIP er eindelijk! Het wat? GIP staat voor Geïntegreerd InvesteringsProgramma. Hiermee stelt de Vlaamse Overheid een overkoepelend overzicht op van alle investeringen in infrastructuurprojecten. Gedaan met ieder jaar de investeringen vast te leggen, voortaan is er een duidelijk programma over vijf jaar. Althans dat was de theorie, we zijn geland op 3 jaar. Ontdek in dit artikel van de Fietsersbond wat dit voor de fiets betekent
Het GIP?
Het GIP is een instrument binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. De overkoepelend overzicht van alle investeringen in infrastructuurprojecten bevat investeringen in:
- nieuwe wegen (voor gemotoriseerd vervoer)
- openbaar vervoer (bijv. nieuwe tramlijnen)
- binnenwateren (bijv. uitdiepen van kanalen)
- fietsinfrastructuur
- maatregelen voor verkeersveiligheid
Sinds 2019 worden al die investeringen in een groot plan gegoten. De voorbije jaren was het telkens een overzicht per jaar. Het was een werk van lange adem, dat reeds onder Ben Weyts van start ging, maar er ligt voor de eerste keer een plan over meerdere jaren klaar.
De theorie is om zo de vele investeringen beter op elkaar af te stemmen, de middelen efficiënter in te zetten en ook (en vooral) de werken beter in te plannen om een veiligere, vlottere en slimme mobiliteit mogelijk te maken.
Een niet zo eenvoudige (evenwichts)oefening zo blijkt, het GIP biedt vandaag duidelijkheid tot 2027. Duidelijkheid over 2028 en 2029 zouden we pas krijgen in de zomer van 2026, volgend jaar. Op zich niet geheel onlogisch omdat vaak ook aanbestingen voor projecten die pas in 28 of 29 gerealiseerd moeten worden nu nog niet klaar zijn. De doorkijk over drie jaar is er en dat is een belangrijke stap.
Wie of wat voert het GIP uit?
Er ligt heel wat werk. Voor de investeringen binnen het domein mobiliteit en openbare werken kan de Vlaamse overheid rekenen op verschillende entiteiten. Al deze spelers dragen bij aan de realisatie van vaak broodnodige nieuwe infrastructuur en daar wordt veel geld voor uitgetrokken? Op het vlak van (fiets)infrastructuur gaat het om:
- AWV, het Agentschap Wegen en Verkeer investeert in nieuwe (fiets)infrastructuur op gewestwegen. Zij maken eveneens werk van slimme verkeerslichten (iVRI)
- Werkvennootschap, de organisatie coördineert complex mobiliteitsprojecten. Denk maar aan de ‘optimalisering van de Brusselse ring’, de R4 West-Oost in Gent of de Noord-Zuidverbinding in Limburg. In al deze projecten wordt ruimte voorzien voor de fiets.
- Vlaamse Waterweg gaat over waterlopen en belangrijk voor de fiets jaagpaden
- Het Fietsfonds, deze subsidie maakt via (en mede dankzij inbreng van) de Provincies projecten voor de fiets op gemeentelijk niveau mogelijk.
Lantis ontbreekt in het lijstje. Zij coördineren in Antwerpen de werf van de eeuw (Korneel van Oosterweel, iemand nog?). Deze middelen komen immers niet rechtstreeks vanuit het GIP, het project wordt op een andere manier gefinancierd – staat buiten de begroting. Voor de volledigheid moeten we ook zeggen dat daar ook een stuk fietsinfrastructuur in zit (fietstunnel).
Waarom is dat GIP zo belangrijk voor de fiets?
Als fietser in Vlaanderen merk je zeker en vast dat de voorbije jaren (heel) veel geld is geïnvesteerd in fietspaden, fietstunnels en fietsbruggen. Sinds pakweg 2017 pakte elke minister van mobiliteit uit met de woorden: historische investeringen in de fiets. Het budget voor fietsinfrastructuur lag toen rond de 100 miljoen euro. Al hebben we op dat moment ook wel vaak de vraag gesteld of bepaalde infrastructuurprojecten echt wel fietsprojecten waren (denk aan een brug over de E40 of het aandeel van archeologisch onderzoek in een heraanleg van een volledige weg). Het aandeel fietsinvesteringen echt exact bepalen blijft ook vandaag soms nog moeilijk. Met het GIP zou dat transparanter moeten.
Het GIP moet helderheid bieden welke projecten prioriteit krijgen. Door duidelijkheid te geven zullen steden en gemeenten beter hun investeringen kunnen plannen. Denk maar aan projecten die subsidies kunnen krijgen via het fietsfonds. Want ook die middelen zitten mee in het GIP. En goed nieuws daar, de middelen binnen het Fietsfonds worden vanaf 2026, verhoogd naar 25 miljoen per jaar. Kritische bedenking is wel dat er al een achterstand is opgebouwd in de fietsfondsmiddelen en dat de echte vooruitgang dus pas in 28 echt op het terrein te zien al zijn.
Is 300 miljoen veel voor de fiets?
In 2024 werd er 2,2 miljard geïnvesteerd, zo kunnen we lezen op de website van het departement Mobiliteit en Openbare Werken. 320 miljoen daarvan ging naar de fiets. Dat is ongeveer 1/7de van het investeringsbudget. Annick De Ridder engageert zich vanuit het GIP om dat investeringsritme van minstens 300 miljoen per jaar voor de fiets aan te houden. Maar is dat genoeg om fietsen in Vlaanderen veilig en vanzelfsprekend te maken?
Het Rekenhof bracht in 2019 een rapport uit over de staat van de fietspaden langs de gewestwegen in Vlaanderen. Uit dat rapport bleek dat om de meer dan 7.000 kilometer fietspaden langs de gewestwegen conform de voorschriften van het vademecum fietsvoorzieningen te realiseren er nog 50 jaar nodig was aan het investeringsregime van 100 miljoen per jaar. Niet onbelangrijk hierbij is dat het vademecum intussen aangepast is (de norm voor een fietspad is breder geworden) waardoor het benodigde budget vandaag nog hoger uitvalt. Er is een grote historische achterstand in fietsinvesteringen in te halen.
Zeker als je weet dat naast conforme fietspaden langs gewestwegen, er ook nood is om te investeren in fietssnelwegen, jaagpaden en fietstunnels of onderdoorgangen. De Vlaamse ambitie is dat in 2040 30% van de verplaatsingen met de fiets gebeuren. Koken kost geld, dan is 300 miljoen per jaar allesbehalve een overdreven investering. Dit zal echt nodig zijn en er moet nog bijkomen.
Wat mogen we nu concreet verwachten voor de fiets?
Dat is een vraag die vele leden van de Fietsersbond natuurlijk bezig houdt, zij kennen als geen ander de lokale noden. Maar het antwoord is niet zo snel te geven, omdat de tabel met alle investeringen niet altijd even makkelijk te interpreteren is.
Er is een luik fietsinvesteringen wat slaat op de projecten die echt voor de fiets zijn. Die kunnen we makkelijk eruit halen en zo zien we een aantal projecten waar onze lokale afdelingen al lang vragende partij voor zijn:
- Fietstunnel op de N8 in Leupegem (Oudenaarde) staat duidelijk in de lijst, onze lokale afdeling kaartte dit dossier begin dit jaar nog eens aan.
- Bouw van een fiets- en voetgangersbrug in Aalter
- Fietstunnel Leirekensroute in Opwijk
Daarnaast zijn er ook budgetten voor projecten op gewestwegen waar het ook hoofdzakelijk om fietsprojecten gaat. De N35 tussen Deinze en Tielt krijgt zo eindelijk zijn heraanleg met twee afgescheiden fietspaden. Een dossier dat ook al heel lang aansleept en waar onze lokale afdelingen heel veel mee aan de kar duwden om het nu eindelijk in 2027 in uitvoering te zien.
Beide voorbeelden geven aan dat het een complexe puzzel is om alle fietsinvesteringen terug te vinden. We werken dit artikel na verdere analyse dan ook verder bij. Daarbij onderzoeken we ook wat de investeringen per modus zijn.