Voor Stefaan Segaert, voormalig buurtopbouwwerker en tegenwoordig actief bij burgerbeweging Hart boven Hard, betekent vakantie meer dan ontspanning. Hij trekt steevast richting het oosten, waar hij al fietsend door uitgestrekte landschappen en langs ruwe wegen op zoek gaat naar verhalen. Verhalen die het verleden doen spreken en het heden in perspectief plaatsen.

Al zeventien jaar fietst Stefaan ook steevast richting pakweg Polen en andere Oost-Europese bestemmingen en terug. Niet voor de fantastische fietspaden, wel voor de geschiedenis en om ook onze eigen sociale geschiedenis te herontdekken. Zijn drijfveer is een combinatie van zwerflust, verwondering en het verlangen om kennis te vergaren én te delen. Die fascinatie verbindt hem onder meer met Kazimierz Nowak, een vergeten Poolse fietspionier. In “Alleen door Afrika” pende Tom Ysewijn het verhaal van deze zonderlinge Pool magistraal neer. Tussen 1931 en 1936 fietste Nowak alleen 40.000 kilometer door Afrika. Hij stuurde zijn verhalen en foto’s naar huis, waar zijn vrouw ze aan de pers verkocht. Zo liet hij een uniek tijdsdocument na, tegelijk een avonturenverhaal, een aanklacht tegen het kolonialisme én een ode aan de Afrikaanse natuur. Zijn reis duurde vijf jaar en vier maanden. Kort na zijn terugkeer stierf hij aan de gevolgen van die tocht.

Toch is het vandaag niet Kazimierz die Stefaan richting Polen trekt, maar figuren als Rosa Luxemburg, het voormalige concentratiekamp Stutthof en het Europees Centrum voor Solidariteit in Gdańsk. Die laatste plek herdenkt de opkomst van de vakbond Solidarność en de val van het communisme. Het is een museum, bibliotheek, onderzoekscentrum én ontmoetingsplaats voor burgers die aan de democratie willen bouwen. Een ‘zone van solidariteit’, zoals ze het daar noemen. 

Stefaans reis startte deze keer in Aken en liep via Duitsland naar de Poolse kust, die hij typeert als “Blankenberge in het kwadraat”. Het zegt meteen ook iets over fietsen in Polen: het land is plat en toch is fietsen er eerder zeldzaam. Pas op zo’n dertig kilometer voor de grote steden duiken fietspaden op. Zonder kritische massa aan fietsers blijft investeren in fietsinfrastructuur uit. Koning auto regeert, ook al zijn heel veel stukken autoluw. “Je zou denken dat het vlakke reliëf uitnodigt tot fietsen,” zegt Stefaan, “maar de grote afstanden, verspreide bebouwing en het gebrek aan verharde wegen remmen dat af.” Toch voelt hij zich zelden onveilig, misschien dankzij zijn assertieve fietsstijl. Hij noemt zichzelf een “alleenige fietser”: meestal alleen, maar nooit eenzaam. Altijd omringd door mensen, boeken en verhalen.

Onderweg ervaart hij contrasten. Slechte wegen naast hypermoderne treinen. Open gesprekken over vrouwenrechten en politieke polarisatie. Ontgoocheling en verzet. In Miedzyzdroje zag hij hoe modernisering een kuststad verstikte. In Świnoujście hielp een verlegen meisje hem met Google Translate de veerboot op. De spanningen tussen Polen en Duitsland, de echo’s van de DDR en Rosa Luxemburgs kritische geest reisden met hem mee.

Opvallend is hoe goed fiets en trein op elkaar afgestemd zijn. Poolse treinen zijn modern, met ruime fietsstallingen, en elk station waar Stefaan overstapte had een lift. Een schril contrast met een station als Dendermonde, waar 5.000 reizigers per dag zich met moeite een weg banen en er voor de fiets al helemaal geen plek is.

Wie met de fiets Polen doorkruist, reist niet alleen door het landschap, ook door lagen geschiedenis, politiek en persoonlijke verhalen. Verwacht geen glad asfalt, wel een eerlijke, soms hobbelige ontmoeting met een land dat in beweging is.

Ook een lezing over een van de vele fietsreizen van Stefaan organiseren? Contacteer hem op stefaan@hartbovenhard.be