Opinie: "Als elk voor zich rijdt, staat de boel stil"

15/04/2016 - Algemeen

Mobiliteit stopt niet bij de gewestgrenzen

(bron: De Standaard 15/04/2016)

Wie? Algemeen directeur van de Fietsersbond.

Wat? De federale mobiliteitsminister Galant blinkt uit in afwezigheid, en daarin verschilt ze niet van haar collega’s en haar voorgangers.

Het tunneldebacle en de topman van de FOD Mobiliteit die ontslag neemt zijn maar het topje van de ijsberg van onze mobiliteitscrisis. Om de problemen in en rond onze steden aan te pakken, zou het helpen mochten onze mobiliteitsministers met elkaar praten, en eens nadenken over de rol van de fiets, zegt MIKAËL VAN EECKHOUDT.

Sinds 1994 zijn grote delen van het mobiliteitsbeleid een bevoegdheid van de gewesten. De federale overheid heeft nog slechts enkele bevoegdheden, zoals de wegcode, trein- en luchtverkeer. Die versnippering werkt immobiliteit in de hand, dat is elke dag op de filekaarten te zien. De situatie in de vierhoek Brussel-Leuven-Antwerpen-Gent is zonder meer ergerlijk.

De Brusselse mobiliteitsknoop kan alleen ontward worden door de administratieve en politieke grenzen tussen overheden te overstijgen. Daar dienen overlegplatformen als het Executief Comité van Ministers voor Mobiliteit voor. Dat dit comité eind februari ‘geheractiveerd moest worden’, aldus Vlaams minister Ben Weyts, is bedroevend. Iedereen staat stil, maar daarom moet het daarvoor opgerichte overlegplatform dat nog niet doen.

De Ring en de tunnels

Het probleem heeft verschillende oorzaken. Zo heeft het Brussels Gewest in 1989 een zeer lastig tunnel-dossier geërfd, dat nadien ook niet goed beheerd is geweest. Ernstige investeringen zijn nodig om de ruim vijftig jaar oude verkeersassen en de daarmee gepaard gaande automobiliteit te herstellen. De Brusselse regering heeft ondertussen snelle maatregelen genomen om de bovengrondse verkeersoverlast te beperken, maar structureel is er tot nu toe niets gebeurd. De files zijn tot ver in Vlaanderen voelbaar.

Het Vlaams Gewest zit met een ander lastig dossier: de Brusselse Ring. De twaalf rijvakken tellende Ring is tijdens de piek volledig verzadigd. Bovendien vormt hij een grote barrière voor fietsers van en naar Brussel. De federale overheid tenslotte zit met het aanslepende dossier van het Gewestelijk Expressnet (GEN), dat implicaties heeft in de drie gewesten.

Politieke spelletjes en communautaire spanningen verhinderen een integrale en dus grensoverschrijdende visie op mobiliteit. Ieder gewest rijdt voor zich en dat leidt tot tunnelvisie op vlak van mobiliteit. Met als resultaat dat wij vandaag allemaal vaker stilstaan dan pakweg twintig jaar geleden. Dat meer bevoegdheden voor de gewesten onze mobiliteit bevordert, moet dus nog bewezen worden.

Autodruk

Op de verschillende beleidsniveaus blijft men bovendien te veel gericht op de auto – dat de Brusselse Ring uitgebreid wordt, toont dat nogmaals aan. Nochtans dreigt de autodruk de hoofdstad te versmachten. De gevolgen zijn bekend: steeds meer bedrijven zijn van plan de hoofdstad te verlaten. Een leefbare stad met behoorlijke luchtkwaliteit trekt een middenklasse aan, een hoge autodruk doet net deze mensen verhuizen. En ondertussen blijft de federale overheid gretig salariswagens subsidiëren (voor 4 miljard euro per jaar), terwijl ze de milieu- en gezondheidskosten voor dat autogebruik moet ophoesten via de sociale zekerheid.

In ons systeem heeft de keuze van de ene overheid onvermijdelijk gevolgen op een andere overheid. Daarom zal de oplossing gezamenlijk moeten zijn. De tijd van oplapwerk is voorbij, we moeten belangrijke structurele mobiliteitskeuzes maken.

Fietsen is natuurlijk geen totaaloplossing voor alle verplaatsingen, dat weten we ook wel. Daarom moet er zwaarder ingezet worden op intermodaliteit. Meer en betere fietswegen, fietsenstallingen aan alle treinstations en metrostations. Openbaar vervoer waarop je makkelijker je fiets kunt meenemen. Het nieuwe tramnet dat De Lijn in en rond Brussel plant, moet dus in voldoende ruimte voor fietsen voorzien. De ontwikkeling van het Fiets-GEN – een hecht netwerk van fietssnelwegen – rond Brussel staat of valt met een goede samenwerking tussen de verschillende partners. Ook hier is het federale niveau van groot belang, want Infrabel is verantwoordelijk voor de spoorlijnen, ideale plaatsen om fietssnelwegen aan te leggen.

Hopelijk komen de mobiliteitsministers snel weer samen. Misschien moeten ze eens met de fiets komen.